Kanon 2012: leven in twaalf liedjes

Mijn twaalf meest geluisterde liedjes van 2012. En een korte beschrijving waarom.

1. Ewert & The Two Dragons – (In The End) There’s Only Love

Met recht de artiest en het liedje van het jaar. Ik schreef over hét andere liedje (zie 2) al in januari van dit jaar en daarna liet deze band uit Estland me niet meer los. Hun album staat dan ook niet voor niets bovenaan mijn lijstje van meest geluisterde albums. Ik herinner me een moment in Engeland, in een gehuurde zevenzitter onderweg naar een concert, dat we mee zaten te zingen, te drummen en te neuriën met de cd Good Man Down. De zon scheen. Ik was gelukkig.

2. Ewert & The Two Dragons – Good Man Down

Het liedje van Ewert & The Two Dragons waar het allemaal mee begon in januari. Ook verreweg het beste liedje op het gelijknamige album. In november zag ik ze eindelijk live. Samen met een vriendin zat/stond ik een beetje op hete kolen omdat het zondagavond live was en we hadden samen afgesproken dat we om kwart over elf toch echt zouden gaan… Drukke week & all that jazz. Net op tijd was het concert afgelopen en sloten de heren af met de nummer 1 en 2 van mijn lijstje. Waarvoor dank. Nog geen verslag van op ditisstefan.nl en dat zal er ook wel niet meer van komen. Maar het was mooi, eerlijk en goed.

3. Passenger – The Wrong Direction

Passenger was ooit support act van mijn favoriete band en zo kende ik hem dus al een tijdje voordat ik ergens in de tweede helft van dit jaar op mijn werk uitriep “Passenger op 3FM? Het moet niet gekker worden” en dat ook op Twitter plaatste (en wat vervolgens door Gerard Ekdom werd voorgelezen). Dat was niet dit liedje, dat alle ingrediënten van een goed Passengerliedje bevat (humor, gevoelig en een lekkere melodie), maar wel het schaamteloos cheesy Let Her Go. En nu is hij ineens de nieuwe James Blunt. Beetje jammer voor mij, maar ik ben blij dat hij eindelijk de waardering krijgt die hij verdient… En dit liedje blijft beter dan Let Her Go. Lekker puh.

4. Fleet Foxes – Battery Kinzie

Als je dan toch een lijflied moet kiezen van het nieuwe album van Fleet Foxes, dan is het waarschijnlijk Helplessness Blues. Maar dit liedje, waar ik tekstueel geen chocolade van kan maken, is minstens net zo mooi. En Spotify heeft nu eenmaal een voorliefde voor dit nummer als ik mijn favoriete liedjes op Shuffle zet. Dat heeft wellicht ook meegespeeld.

5. Jens Lekman – Every Little Hair Knows Your Name

Arme Jens. Na een album vol met zielige en toch vrolijke liedjes, lukte het Jens toch niet om zijn break-up album I Know What Love Isn’t op vrolijke noot af te sluiten. Het is hem vergeven. Arme Jens…

6. KT Tunstall – Little Favours

Ik heb een zwak voor KT Tunstall en dit liedje… Dit liedje werkt altijd… Op de fiets, in de trein, in de auto… So taaaaaake me faaaaar awaaaay. Lekker met kopstem meeblèren en mijn dag is weer goed. En dus heel veel geluisterd, ook al is het liedje al jaren oud.

7. Timbuktu – Kapitulera (feat. Susanne Sundfør)

Ti’s wat hè… Brengt Susanne Sundfør een heel album uit vol met verstaanbare, onbeschrijflijk mooie liedjes en dan haalt een Zweeds hiphopnummer de top 12. Het heeft iets, hoe Timbuktu op enorm agressieve wijze in het Zweeds loopt te rhymen waarna Susanne met een soort serene stem er doorheen gaat. Het gaat over opgeven. Zoveel weet ik.

8. Chef’Special – Birds

Toch nog Nederlands product in de lijst, vooral vanwege de mooie solo van Benjamin Herman op Noorderslag. Tijdens diezelfde autorit kwam Chef’Special toevallig langs toen het album van Ewert was afgelopen. En dit liedje viel ook in de smaak. Misschien dat ieder liedje in de smaak was gevallen. Ik weet het niet. Maar er wordt genoeg goede Nederlandse muziek gemaakt en alleen dit liedje staat in de top 12. Dat lijkt me genoeg zeggen.

9. First Aid Kit – Emmylou

Soms heb je van die bandjes die je haat voordat je ze kent. First Aid Kit kende ik van hun werk met Ane Brun, maar verder had ik meteen een hekel aan ze. Net zoals ik Agnes Obel haat zonder geldige reden, haatte ik ook First Aid Kit. Tot Emmylou. Inmiddels prijkt hun album bovenaan menig “best of 2012” lijstje en met recht. Tijdens het luisteren vergeet je dat ze uit Zweden komen en de steel pedal en referenties in dit nummer bevestigen dit nogmaals. Je hart breekt, ze zingen over Stockholm, maar ook over Gram, June, Johnny en de titulaire Emmylou. Deze meisjes dromen misschien dat ze Amerikaans zijn, maar deze unieke combinatie van invloeden zorgt voor een prachtig album een een briljant nummer. Perfect.

10. Ewert and the Two Dragons – Jolene

Met enige fantasie is dit het goedkope-scoor-liedje van Ewert te noemen. Cheap-ass klokkenspel, makkelijk refrein. Waarschijnlijk schreven ze dit als single, waarna ze er daarna achterkwamen dat ze nog veel betere (en catchier) liedjes hadden gemaakt. Funny how it goes, eh? Neemt niet weg dat het als single prima werkt. Niet het liedje wat ons over tien jaar nog bij blijft, wel zo eentje die je als tweede of derde liedje aan een vriend laten horen om de band op te dringen.

11. Olly Knights – If Not Now When 

Zeg niet dat ik het gezegd heb, maar in je hoofd maak je als Turin Brakes toch een beetje de scheiding “Olly de vocalen”, “Gale het muzikale talent”… Terwijl het verdomme Olly is die alle liedjes schrijft… En ze daarna met Gale verder uitwerkt. Het vooroordeel klopt dus niet helemaal. Desondanks vreesde ik een beetje voor het soloproject van Olly… Zou het iets toevoegen? Zou het niet dertien-in-een-dozijn zijn? Turin Brakes zonder de magie? Allemaal niet waar. Olly’s album bleek het tegengif voor een jaar hard rennen en werken, een tijdloze plaat met mooie schetsen en schilderijtjes. Geen vanity project, geen overbodige ambitie. Gewoon een album zoals meer artiesten dat zouden moeten maken. De titeltrack en lead single (voor zover we daarvan kunnen spreken) is daarvan het bewijs. Prachtig.

12. Alexi Murdoch – All My Days

Over dit nummer schreef ik al in mijn herfstplaylist:

Afgelopen zomer in London was het de bedoeling niet alleen mijn favoriete band te zien, maar ook The Dark Knight Rises te zien. Dat bleek niet haalbaar en zodoende zat ik op een middag uit te brakken voor de tv, met heerlijk voedsel, min of meer gedwongen Real Steel te kijken. Alles stond me tegen aan deze film: Hugh Jackman speelt een eikel die vrouw en zoon in de steek heeft gelaten, overal schulden maakt en geld verdient met vechtrobots. U raadt het al: als hij wordt gedwongen een tijdje met zijn zoontje om te gaan (en daar nog voor betaald wordt ook!) blijkt zijn zoontje niet alleen heel goed in staat om zo’n vechtrobot te besturen, maar ook het hart van zijn vader te raken. Het erge is dat ik er zelfs warme gevoelens van krijg, nu ik erover schrijf. Want je hart smelt ergens halverwege het voorspelbare script. Ondanks alle slechte kanten van de film. En dat had ik eigenlijk al moeten weten aan het begin van de film, als All My Days van Alexi Murdoch op de achtergrond klinkt, terwijl Hugh Jackman in zijn vrachtwagen de opkomende zon tegemoet rijdt.

Je moet ook een beetje in de juiste stemming zijn voor zo’n cheesy film. En dat was ik, zie ook waarmee ik deze blog begon. Maar het blijft een mooi liedje en een liedje wat ik dus sinds deze zomer veel heb geluisterd, bij opgaande en ondergaande zon. En volgens mij is het een blijvertje.

1 reactie

Geef een reactie