De kaartjes inclusief diner waren al uitverkocht tegen de tijd dat we definitief besloten om te gaan – en bovendien spreekt gefermenteerde haai me niet zo aan, dus kwamen we pas na het diner bij EKKO aan. Het zal rond de klok van half acht zijn geweest. Na even kletsen en acclimatiseren halen we wat te drinken en is het om acht uur tijd voor de eerste band.
Valdimar is een ensemble verzameld rondom de zanger met dezelfde naam. “Yeah. It’s a Bon Jovi kind of thing,” grapt de frontman die gezien zijn stevige postuur en ditto stem (wat een strot!) niet te missen is op het podium. Voor zover de muziek dat niet doet, wint Valdimar de aandacht met wat stuntelig gepraat tussen de nummers door. Wie verder kijkt ziet onder andere een gitarist die heel erg geniet van zijn eigen solo’s (hij is, zoals we dat noemen, in the zone!), een drummer die net iets interessantere ritmes speelt dan normaal zijn bij dit soort muziek, een bassist die normaal bij Ajax in de spits speelt en een gitarist in pyjamabroek op blote voeten. Samen met de andere bandleden is podium bomvol, net als de zaal halverwege de set.
De band speelt voornamelijk nummers met IJslandse tekst (“Deze avond wordt een aaneenschakeling van mama appelsaps”) en misschien is dat de reden dat ze de avond openen. Aan de kwaliteit of toegankelijkheid van de nummers ligt het niet. Als ik het moet duiden is het een mix van stijlen en invloeden uit Engeland en Amerika, gecombineerd met een donkerte die je alleen kan vatten als je op een afgezonderd eiland woont waar de winters lang en donker zijn. De nummers zijn niet in drie minuten te vatten, maar De hoogtepunten in de set worden bereikt op het moment dat zanger Valdimar zijn trombone naar zijn mond verheft. Hij laat het instrument geen moment in de set los, maar speelt er maar een paar keer op. Yfirgefinn is zo’n hoogtepunt aan het eind van de set, maar er zijn er meer, zoals Yfir Borgina en de twee Engelse nummers – met name This Time. Ze hadden best nog even door mogen spelen, maar meer dan de afgesproken tijd zit er vanavond niet in. De volgende keer maar dan!
Laat ik maar eerlijk zijn. Ik kwam met name voor Low Roar, maar Valdimar blaast me volledig omver en daarna is het maar moeilijk wennen aan de wat moeilijkere muziek van de tweede act. Het duurt dan ook even voordat ik ‘erin’ zit. Als ik me van tevoren iets meer had verdiept in de vage combinatie van akoestische gitaar, synths, ambient geluid en ritme, dan had ik er misschien meer van genoten, maar nadat ik de knop heb omgezet is ook dit een hele goede set. De band heeft er zelf ook zin in, al laten ze dat pas aan het publiek merken als de set een heel eind gevorderd is.
Daarna proberen we de filmzaal te betreden, maar die zit bommetje vol. Terug naar de grote zaal dan maar, waar Fufanu de avond mag afsluiten. Het is niet helemaal mijn muziek… Low Roar kan ook goed navelstaren, maar daar zitten dan nog fijne melodieën in. Fufanu maakt het soort muziek dat al decennia lang wordt gemaakt door depressieve jonge mannen. We besluiten ruimte te maken voor de mensen die dit soort muziek écht leuk vinden. Met ons verlaten ook veel 40+’ers de zaal.
In de knusse filmzaal pakken we ter afsluiting van de avond nog een paar korte IJslandse films mee. De twee films die we meepakken zijn bevreemdend en ongemakkelijk, maar mooi in beeld gebracht. Verrijkt door de cultuur van een klein, afgezonderd land waar iedereen elkaar kent, was het mooi om weer terug te zijn in EKKO. Valdimar heb ik inmiddels al op Spotify toegevoegd aan mijn favorieten. Die nemen we mee. En Nordic Delight is zeker voor herhaling vatbaar: gezellig, kleinschalig maar top georganiseerd.