Dwaze dinsdag en de dieren van Toon Tellegen

Zo. Dat was me weer een lange dag. Het begon allemaal om kwart voor zeven toen ik besloot op tijd te komen en te gaan fietsen, in plaats van te laat te komen met de bus. Pim en ik vertrokken vol goede moed en hij zakte niet bijzonder snel in onze schoenen. We waren toch blij dat we er waren. Aangekomen op school had ik Alfa-Informatiekunde, een vrij nutteloze les, maar ik heb nu wel een bundel van Toon Tellegen die ik nog niet had gelezen op mijn computer staan. Hoera. Toon Tellegen is mijn favoriete kinderboekenschrijver, naast Paul Biegel en Roald Dahl. Hij schrijft allerlei verhalen over dieren die zich op zonderlijke wijze in hun zonderlijke wijze gedragen. Erg mooi, soms grappig, soms met een mooie moraal, vaak filosofisch. Ik citeer een stukje:

‘Fladderen,’ vroeg de zwaan aan de vlinder, ‘hoe doe je dat toch? Dat probeer ik nou zo vaak.’

Hij steeg op van de grond aan de oever van de rivier en probeerde te fladderen, maar het leek nergens op.

‘Pas maar op,’ zei de vlinder. ‘Straks stort je nog neer.’

Mistroostig ging de zwaan weer zitten.

‘Ik begrijp er niets van,’ zei hij.

‘En toch is het heel eenvoudig,’ zei de vlinder. Hij fladderde even om de zwaan heen en ging op de top van een grasspriet zitten.

De zwaan liet zijn hoofd in zijn veren zakken en keek somber naar de grond.

‘Je moet eerst je gedachten laten fladderen, zwaan,’ zei de vlinder. ‘Dan pas jezelf.’

De zwaan zweeg. Hij wist niet of hij nu boos zou worden of verdrietig of onverschillig.

‘Kijk,’ zei de vlinder, ‘je denkt aan honing, hm lekkere honing, en dan meteen daarna denk je aan boomschors en dan aan het nijlpaard en dan aan kroos, aan een krukje, aan zand, aan een schaar, aan rozen, het geeft niet wat, als je maar meteen aan iets anders denkt als je ergens aan denkt…’

‘Dan kan ik niet,’ zei de zwaan, wiens gedachten altijd statig waren alsof zij langs lange lanen schreden en slechts met vaste tussenpozen minzaam knikten naar oude herinneringen.

‘Nee,’ zei de vlinder. ‘Maar je kunt het wel leren.’

(Uit: Langzaam, zo snel als zij konden van Toon Tellegen uit 1989. Uitgegeven bij Querido)

Hoe dit verder gaat kun je hier lezen. Mocht je het boek leuk vinden, hier staan alle verhalen, genummerd met Romeinse cijfers. Ik raad het van harte aan.

Daarna had ik in ieder geval nog een niet zeer boeiende dag, maar ik heb wel samen met Luuc het begin van iets groots opgezet, daarover later meer. Spannend he…? Overigens waren de 22 km terug minder cool dan de 22 km heen, maar ik ben nu in ieder geval thuis… Hoera!

Geef een reactie