Af en toe ben ik wel eens grappig, maar gemaakt grappig kan ik niet zijn. Ik kan gitaar spelen, maar baanbrekend is het niet. Ik kan vanalles een beetje eigenlijk. Niet goed genoeg om te winnen, maar ook net niet slecht genoeg om het niet te kunnen.
Zo vallen de potentiële beroepskeuzes af. Word ik journalist? Hmm, nee, artikelen schrijven is wel leuk, maar weinigen weten mijn stukken écht hoog te waarderen. Het is allemaal “oké”, om maar met de woorden van Karin Bloemen te spreken. Word ik muzikant? Om het daar te maken, moet je echt goed zijn, dat valt dus ook af.
Zo ga ik dag in dag uit naar de universiteit, mezelf afvragende wat ik nu eigenlijk wil doen in mijn leven en hoe ik dat wil gaan bereiken. Hoe word ik gelukkig? Hoe ben ik gelukkig? Volgens mij ben ik niet gemaakt voor een carrière-maak-strijd. Ik ben heus wel bereid om te “vechten” voor een plaats, maar met welke middelen dan? En als ik er dan eenmaal zit, hoelang ga ik het dan volhouden, dag in dag uit dag in dag uit?
Hoor ik ergens goed in te zijn, en heb ik dat nog niet ontdekt?
2 reacties
Je hebt hier een punt. Ik ben ook zo iemand die niet écht ergens supergetalenteerd in is. Er zijn wel dingen waar ik écht superslecht in ben, dus moeten er ook naar de andere kant uitschieters zijn, lijkt me. Misschien ben ik wel geboren om sudoku’s te maken, te skydiven, te waterskiën of achterop de vuilniswagen te staan. Maar ik voel er niet zoveel voor om die dingen te gaan doen, dus ik denk dat ik me maar tevreden moet stellen met de dingen waar ik ‘oké’ in ben.
Wie weet vind je ooit nog een handig en vooral leuk talent voor iets waar je nog nooit op bent gekomen. Ik hoop het 🙂
Mensen die ergens heel goed in zijn, zijn schaars. En sommigen lijken misschien wel uitblinkers, maar ik vraag me af of ze dat wel zijn. Volgens mij kun je veel leren en ik ken jou als iemand die juist heel hard ergens voor kan vechten en werken. Dus, Stefan, kump good.