Stefan, representing The Netherlands

Een van mijn levensdoelen, al staat ie niet hier rechts in de Doen-Voordat-Ik-Doodga-lijst, is het lid worden van een geheime organisatie die alle belangrijke beslissingen op deze aardbodem neemt. Probleem is dat deze organisatie zo geheim is, dat ik hem zelf ook nog moet ontdekken. De afgelopen 2 dagen had ik echter wel het idee dat ik van iets belangrijks deel uitmaakte. Neen, we hebben niet besloten dat we het medicijn tegen AIDS pas volgend jaar bekend gaan maken, noch hebben we Bush erop geattendeerd dat ie toch maar gewoon moet toegeven dat hij achter de aanslagen van 11 september 2001 zat. Waarschijnlijk merkt de gewone burger weinig van onze conferentie. We hebben het gehad over spellingswijzigingen. En over taalkunde in het algemeen, op verschillende vakgebieden, maar met vooral als insteek spelling.

Ik ben zelf helemaal niet goed in taalkunde, en ik neig er dan ook naar om de literatuur-kant van de studie op te zoeken, maar na 2 dagen de conferenties “Constraints on spelling changes” te hebben bezocht, worden de voor- en nadelen van een keuze voor literatuur duidelijk. Als je de Nederlandse literatuur besluit te gaan onderzoeken, onderzoek je de Nederlandse literatuur, de Nederlandse literatuur en nothing but de Nederlandse literatuur. En hoe veelzijdig die ook moge zijn, de wereld red je er niet mee. Kies je voor taalkunde, dan vind je nog steeds geen medicijn tegen aids, maar je gaat wel iets doen waar anderen wellicht ook iets aan hebben, en dan niet alleen omdat ze het leuk vinden. En het is meteen internationaler. Taalkunde is erg veelzijdig, zo werd me ineens duidelijk. Het is niet alleen syntaxis, of fonologie, of morfologie. Dat is slechts de basis. Iets wat ik me voorheen niet helemaal realiseerde. Als je morfologie als eindrichting zou kiezen, dan ben je niet alleen maar bezig met woordopbouw, maar je kunt bijvoorbeeld – zoals een Engelse onderzoekster deed – ook onderzoek doen in hoeverre morfologische kennis dove kinderen helpt om een taal – als de Engelse – te leren.

De keuze wat ik wil gaan doen in mijn masterfase is actueel, omdat ik nu een minor moet kiezen (ik moet 20 ECTS besteden aan een vakkenpakket, dit kan variëren tot een beginnerscursus Arabisch tot kunstgeschiedenis). “Ze” hebben het liefst dat je een minor kiest ter voorbereiding op je master, dan scheelt dat een hoop uitleg tijdens de master. “Ze” hebben zelfs ideale trajecten opgesteld die je kunt doorlopen om perfect voorbereid te zijn op je master. Ik had bedacht dat ik oude letterkunde wilde gaan doen, en daarna eventueel nog journalistiek en nieuwe media. Maar als je dan een congres als dit bijwoont, met zoveel verschillende onderwerpen, word je toch een beetje onzeker. Ik heb nog tot 15 oktober om te kiezen.

Ik heb nu mijn badge “Stefan M. – The Netherlands” van mijn jasje afgehaald en zit mijn taak als deel van de Local Organising Committee van het congres erop. Het was een heel verhelderende ervaring en het was best leuk om allemaal onderzoekers te ontmoeten, jong en oud. Nu kan ik me gaan inleven in mijn taak als leraar, dinsdagochtend geef ik mijn eerste echte les, aan 2 atheneum… Grammatica… Prepare…

4 reacties

Ik ga in ieder geval voor de taalkunde 🙂
Vind het in de eerste plaats heel interessant, ten tweede kan ik geen literatuur lezen op commando. En met alleen Sparknotes vrees ik het niet te halen de komende jaren.. 😉

Extra spellingles is niks mis mee, zeker niet nu we weer een nieuwe spelling hebben… Heel Nederland zou jouw voorbeeld moeten volgen in plaats van te klagen dat het iedere 10 jaar veranderd… Of dan op zijn minst EN klagen EN extra lessen volgen…

@tess: Ja dat verschijnsel ken ik… ach ik heb nog een 3 kwart jaar om er over na te denken. 🙂 Taalkunde was in ieder geval een van de kanten waarvan ik van tevoren nooit had gedacht dat ik die zou kiezen, maar aan de andere kant gokte ik er ook op dat ik geen leraar zou worden (ook niet onmogelijk nu) of dat ik OUDERE letterkunde leuk zou vinden… Dus wat dat betreft kan alles nog…

Geef een reactie