BC: Kamermuziek (Paul Mennes)

Mijn categorie Boekenclub (in de wandelgangen ook wel “De Literaire Bedwetter” genoemd) is nu niet bepaald de meest gevulde. Concrete ‘boekbesprekingen’ zijn tot dusverre alleen van een drietal Engelse boeken verschenen (Adams, Wyndham en Rowling) en de eerste luttele pagina’s van een Russisch ‘meesterwerk’. Dat kan ik natuurlijk niet maken, als neerlandicus / letterkundige. Als het aan mijn blog ligt, komt daar vanaf heden verandering in. Nu hopen dat Stefan meewerkt… ;)

Paul Mennes – ‘Kamermuziek’
Dacht ik dat ‘De Helaasheid der Dingen’ van Dimitri Verhulst hilarisch was? Bij ‘Kamermuziek’ kon ik mijn lach meerdere malen niet inhouden. Het leven van Sam Penn, bijna dertig, borderline en stripboekfanaat is gewoon grappig. In het eerste deel van het boek zien we hoe hij zichzelf analyseert bij een psychiater, dokter Feldbiss. Hij is dan inmiddels door zijn ouders uit huis gezet met behulp van een cameraploeg die het huis komt omtoveren. In het tweede deel, nadat hij woedend bij dokter Feldbiss is weggelopen, woont hij bij Otter, een computernerd van de ergste soort, en Emilie, een meisje dat van gothic rommelbitch in lesbisch keurig meisje verandert. Het is gedoemd om mis te gaan, maar niet voordat er levend Cluedo met de waarzeggende buren is gespeeld, er het nodige advies over computers is gegeven en Zip, de AIBO-robothond, enkele confronterende foto’s heeft gemaakt. Sam kan zijn frustratie, woede en angst niet inhouden en draait door… Dit alles wordt op een erg actuele manier weergegeven: het verhaal van jongeren die nergens om geven, vertelt op een toon waarin soms zelfs desinteresse terug te horen is.

En toch wringt er iets. Ik heb erg het gevoel dat ik iets mis. Het boek is doordrenkt met de belangrijke gebeurtenissen van de afgelopen 7 jaar (11 september, Theo van Gogh, Madrid, London), maar ze worden slechts terloops genoemd, op de achtergrond. Het raakt Sam allemaal niet en dus raakt het de lezer niet. Is dat het? Is dit boek een kritiek op een mediageile maatschappij waarin we enerzijds zo afgestompt raken dat het ons allemaal niets meer doet en anderzijds angstig worden en ons verschuilen in een eigen wereld (in het geval van Sam zijn comics)? Ik durf het niet met zekerheid te zeggen.

‘Kamermuziek’ is alleraardigst, maar niet overweldigend goed. Ja, het is grappig (geniaal is de scène waarin Sam uit huis wordt gezet door ene Arnold). Ja, de referenties verwijzen naar zaken waar ik zelf mee bekend ben: Radiohead, Donnie Darko, Edward Scissorhands, Bambi, Nijntje, The Sims etc. etc. etc. En ja: het smaakt naar meer… Maar ik mis iets. En dat ligt of aan mij, of aan het boek.

drieëneenhalf uit vijf

1 reactie

Geef een reactie