Ik. Jij.

Ik (m): film aan het kijken, in de laatste 10 minuten.

Jij (v): toetst een random mobiel nummer in (mijn) en vindt het ‘lachen’ om samen met je vriendinnen in een afgeschermde telefoon te hijgen.

Ik: mis net het cruciale moment van de film en ben helemaal uit de stemming.

Jij: hebt vast nog een leuke avond, want je kon je lach al nauwelijks inhouden voordat ik ophing.

Ha.

Ha.

Ha.

Ik daag je uit om nog een keer te bellen.

Geef een reactie