Inderdaad, het begon allemaal redelijk. Wanneer Grunberg zijn eerste hoofdpersoon, de Majoor, een kind laat stelen om zijn vrouw gelukkig te maken (en zichzelf), kan ik niet anders dan zeggen: “dit heeft potentie, geen slecht begin.” Wanneer de Majoor vervolgens op missie wordt uitgezonden, ontpopt het boek zich tot een ware oorlogsroman met een aardige vondst wanneer de majoor wordt opgepakt en veroordeeld door een volkstribunaal.
Maar dan switcht het perspectief naar het kind (Lina) en de oppositieleider en daar gaat het bergafwaarts. Niet eens omdat het verhaal zwak is (hoewel de laatste 50 pagina’s zeker niet tot de sterkste behoren), maar vooral omdat de moraal zo plichtmatig er bovenop ligt, dat je nota bene begint te twijfelen of er niet iets meer in het boek moet zitten. Doe Maar zong ‘Is Dit Alles?’ En ik had de neiging hetzelfde te doen. De moraal, de closure in Onze Oom komt veel te vroeg en daardoor wordt het laatste deel nogal onbevredigend (en niet op de ‘oh, wat onbevredigend, ik bedoel literair’-manier).
Ik heb het grootste deel van het boek met gezonde interesse en het middenstuk zou ik willen definiëren als pageturner. Maar aan het einde voelde ik me bijna bekocht. Onze Oom heeft eigenlijk de perfecte voorkant. Het emmertje dat ondersteboven in de lucht wordt gehouden, is in één keer leeg. Wat overblijft is… Inderdaad… Een leeg emmertje. Zonde.
2 reacties
Briljante grafiek! 🙂
[…] Arnon Grunberg – Onze Oom […]