Enfin, Joosk speelde geen legendarische set voor de 50 aanwezigen (waaronder Swift die in een hoekje van de zaal stond te kijken, wat me deed denken aan een ander uitgestorven optreden), maar wel een leuke. Zijn stem deed op momenten denken aan die van de hoofdact van de avond. Ik kan niet anders dan respect hebben voor onbekende singer/songwriters: ze gaan er toch maar staan met hun hart op hun tong. Joosk ging naar Los Angeles om zijn album op te nemen, maar keerde terug met een verkoudheid en een nieuwe Gibson. Met zijn muziek zit het wel snor, hopelijk slaagt een vervolgpoging om het album af te maken wél.
Een half uur later was het tijd voor de meester zelf (en het was er niet veel drukker op geworden, helaas). Richard had drie bandleden meegenomen, die multi-inzetbaar bleken: ze konden alledrie de koorzang verzorgen en de twee gitaristen / bassisten speelden naast hun eigen instrument ook synthesizer en piano. Richard zelf wisselde per lied van piano naar elektrische gitaar en weer terug. Richard concentreerde zich op zijn recentere werk: een verzoek om Losing Sleep werd vriendelijk weggelachen met een It’s been a long time, my friend, I don’t think I can remember the lyrics. Dat dat niet voor al zijn oude werk geldt, bleek toen hij vervolgens het mooie Sadsong St. speelde. Maar verder was het vooral The Atlantic Ocean wat de klok sloeg.
Swift en band bleken net zo getalenteerd als jaren geleden (ondanks de veranderde line-up: de Magic Numbers-achtige gitarist was vervangen door eentje die ook een beetje kon dansen). Het geluid was goed: een volle piano, aangevuld met pompende bassgitaar, lekkere drumfills en swingende elektrische gitaar. De instrumentatie, op de CD bij nadere beluistering al een genot, bleef dus goed overeind. Over Swifts vocalen (en die van de rest van de band) viel ook niet te klagen: Swift heeft er een handje om ineens met extreem hoge kopstem te zingen en het is altijd maar de vraag hoe dat live overeind blijft. Maar liedjes als Lady Luck, A Song for Milton Feher, The Atlantic Ocean en Most of What I Know waren net zo swingend en feiloos als op plaat. De enige kanttekening die mag worden geplaatst, is mijns inziens de af en toe wel erg lang opgerekte outro’s. Het is natuurlijk enorm leuk om met een looppedaal een muur van geluid op te bouwen, maar na twee minuten geef ik de voorkeur aan een extra nummer (bijvoorbeeld het deze avond niet gespeelde Kisses for the Misses of The Million Dollar Baby.
Al met al was het muzikaal gezien een sterke tot zeer sterke avond. Swift en zijn band stonden overtuigend en eensgezind muziek te maken. Hoogtepunten waren afsluiter Lady Luck, A Song for Milton Feher en opener The Songs of National Freedom. Jammer dat het publiek nog op zich laat wachten. Hopelijk doet de word of mouth nu wel zijn werk en komt de fascinerende artiest volgende keer niet voor een handjevol mensen naar Nederland. Want Richard Swift is blijkbaar zo hip dat Nederland het niet door heeft. Jammer eigenlijk. Maar als ‘ie over 5 jaar in de HMH staat, dan heb ik het voorspeld.
2 reacties
Goed verslag. Ben het helemaal met je eens over de outro’s. Alleen van het voorprogramma was ik niet zo kapot.
Wat zat er trouwens in die verdacht uitziende fles waar de uit zijn jasje gescheurde Swift zo nu en dan een flinke slok uit nam?
Dat was duidelijk geen flesje spa :P. Het leek mij iets van sterke drank, maar dat moet aan de andere kant wel funest zijn voor stem (al dan niet op de langere termijn).