Ssst! De stiltecoupé!

stilteDe stiltecoupé is een interessant concept. Ik vermoed dat er ooit een tijd was waarin mensen sowieso op beleefde (lees: bescheiden) toon een conversatie hielden, maar in deze eeuw vol telefoons met speakers en de noodzaak te moeten schreeuwen om gehoord te worden, werkt het concept van beleefdheid niet meer. Oplossing: stiltecoupé – een treinstel speciaal voor bejaarden en levensgenieters die niet willen worden lastig gevallen door streetwise tieners met stereoinstallatie in de broekzak. Alleen werkt dat concept voor geen meter. Ik vergelijk de stiltecoupé graag met wereldvrede: UTOPIE. Bovendien roept het alleen maar méér ergernis op.

Waarom is het een utopie? Het grootste probleem is dat in deze maatschappij mensen altijd haast hebben. De gemiddelde NS-reiziger komt nét voor de trein vertrekt op het station aan en trekt vervolgens een sprintje naar het juiste perron, om nog net tussen de zich sluitende deuren heen te glippen. Vaak kiest zo iemand niet waar hij of zij gaat zitten. De reiziger heeft in ieder geval niet opgelet of de coupé die hij inspringt een stiltecoupé is. Met een beetje geluk heeft onze reiziger nog gezien of hij de eerste of tweede klas inspringt – want dat staat namelijk wél met duidelijke kleuren aangegeven. Al met al gaat een NS-reiziger ad randum (nee, ik kan geen Latijn nee) een wagon binnen. Als er genoeg mogelijkheden zijn om te gaan zitten en er is ook genoeg tijd om die mogelijkheden te vergelijken, dat zou alvast schelen. Maar vaak is de willekeurige NS-reiziger te laat om nog te kiezen.

Dan zit je dus in een stiltecoupé. Dat zie je aan de bescheiden, vaak al halfafgepulkte sticker op het raam. Herriemakers, of het nu een reisgezelschap betreft of een bellende eenling, letten meestal niet zo goed op hun omgeving. Als ze de sticker al registreren in hun drukke hoofd, dan denken ze ook ’tsja, het is hier niet stil, dus waarom zou ik me eraan houden?’ Daarbij meestal over het hoofd ziende dat ze misschien wel de enige zijn die lawaai maken. Dus gaat de (telefoon-)conversatie meteen door. Of de MP3-speler, of de Nintendo DS. Dan is het dus aan een reiziger die wel bewust de stiltecoupé heeft uitgekozen om hier iets over te zeggen. Maar dat doen ze dan meestal niet. En als er geen streng beleid wordt gevoerd, dan gaat het systeem natuurlijk niet werken.

Daar komt nog bij dat de mensen die iets zeggen tegen de hevige prater, meestal zelf heel vervelend is. Zo’n type dat blij is dat hij/zij mensen weg kan jagen. “Ehm, sorry hoor! Maar dit is een stiltecoupé!” zei een vrouw die in Arnhem instapte, een kleine twee weken geleden. Ikzelf zat al sinds Nijmegen met de twee hevig kwebbelende meisjes in de trein. Ik kan niet zeggen dat ik me eraan ergerde (maar ik kon dan ook muziek luisteren en in Oorlog en Vrede lezen).

Deze mevrouw kon dat blijkbaar niet. De meisjes gingen vlug in een andere coupé zitten (er was in deze trein blijkbaar genoeg ruimte daarvoor). De vrouw aarzelde geen moment en nam plaats in de vierzit, legde haar krantje op de zitting voor haar en strekte haar benen uit. Ze pakte een pakje drinken, een exemplaar van Komt een vrouw bij de dokter van Kluun (werkelijk: je zou verwachten dat iedereen die dat boek potentieel goed zou kunnen vinden, het inmiddels al gelezen heeft, maar er zitten nog steeds vrouwen in de trein) en begint haar neus met intervallen van veertig seconden op te halen. Even later bereiken mij slurpgeluiden: het pakje drinken is bijna leeg. Vervolgens laat ze het pakje drinken op de grond vallen. En ze raapt het niet eens op. En het kan me niet schelen dat ze dat misschien wel deed toen ze uitstapte. Als er afval op de grond valt, raap je het gewoon op. Zeker als je vindt dat andere mensen zich aan de regels moeten houden.

Kortom: ik ergerde me veel meer aan die vrouw dan aan die kletsende meisjes. Natuurlijk bespraken die meisjes veel te intieme details over hun leven, maar dat vind ik dan nog altijd minder erg dan van die omhoog gevallen ‘kijk mij verantwoordelijk zijn’-mensen die nog asocialer zijn dan de mensen die ze aanspreken op hun gedrag. Als ze je eenmaal opvallen, dan zie je ze overal. Mij valt het op sinds ik in 2003 op vakantie was op een camping in Frankrijk en een willekeurige kampeerder afval opraapte om weg te gooien met zo’n tevreden grijns: “kijk mij hier even goed bezig zijn – u mag mij nu bedanken!” Dan ben je dus niet goed bezig. Zet je vooral in voor je eigen levensgeluk, maar doe dat niet onder het motto van wereldverbetering. Want het zijn die mensen die de wereld naar de kl*ten helpen, en niet de jongeren die hun muziek iets te hard aan hebben staan. Die zijn over tien jaar toch doof.

4 reacties

Goede log, Stefan. De stiltecoupé is inderdaad iets waar je altijd per ongeluk in terechtkomt.
En de mensen die er wat van zeggen zijn inderdaad altijd irritanter dan de herriemakers. Omhooggevallen trienen met misplaatste superioriteitsgevoelens, most of the time.
Dieptepunt was toen twee zeer oude oorlogsveteranen op zeer bedaarde toon, zachtjes pratend en met vochtige ogen herinneringen ophaalden aan vroeger (één had zelfs een stok en rook naar Nederlands-Indië!), maar daarbij bits toegesproken werden door iemand wier keelgeschraap tienduizend keer ergerniswekkender was.
Ja, zo gaan die dingen.

Zo’n stiltecoupe is voor alle “rijdende rechters” (oudere zeurpieten dus) weer een mooie aanleiding om te gaan klagen en andere mensen proberen de wet voor te schrijven. Bij het minste of geringste komt er nu zo’n rubbernek naar je toe of je maar vooral geen enkel geluidje wil maken.

Als ik voor heel veel geld een kaartje heb gekocht en na veel moeite een zitplek heb kunnen bemachtigen, dan ga ik gewoon praten met m’n reisgezelschap, ook al is het zo’n stiltecoupe. De NS kan wel allerlei regeltjes verzinnen, maar ik ben de klant en ik bepaal met inachtneming van de normale fatsoensnormen zelf wat ik doe. En op een normale manier praten in de trein hoort daar gewoon bij.

Ik reis gemiddeld 30 uur per week met de trein, waardoor het een van de weinige plekken van mijn leven is waar ik kan studeren en kan werken. Voor mij is het, met een NS businesscard (à 4500 euro) wél fijn als ik in een stiltecoupé kan reizen, daarom schop ik als 20-jarige iedereen die daar praat de coupé uit. Fatsoensnormen zijn belangrijk, dat betekent dat je je aan een stiltecoupé te houden hebt.

Geef een reactie