Deze combinatie van emoties had ik ook moeten vinden in The Other Hand van Chris Cleave, in Nederland te koop als Kleine Bij (en in de Verenigde Staten als Little Bee), volgens de vele citaten die het boek aanprijzen. Mijn editie begint met een brief van de editor van het boek. Deze Suzie Dooré vindt het nodig om nog even aan te prijzen hoe supergeweldig het boek wel niet is (As publishers, naturally we only publish books we love, but every now and then something comes along that is so special it gives us goosebumps). De achterflap van het boek is gehuld in geheimzinnigheid: “we verklappen niet waar het over gaat, alleen dat je zodra je begint met lezen je iedereen erover wil vertellen, maar wij willen niet dat je dat doet.” Enfin, het is bijna genoeg om ervoor te zorgen dat ik het boek níet zou gaan lezen. Maar ik heb de gok gewaagd.
Misschien toevallig, maar toen ik laatst op de bus stond te wachten in mijn dorp, kwam er een Afrikaanse man op mij af lopen. Hij moest terug naar zijn ‘camp’ want hij was zijn papieren vergeten. Het enige wat hij bij zich had, was zijn asielaanvraag. Of dit de bus naar Nijmegen was. The Other Hand gaat over de jonge Nigeriaanse asielzoekster, Little Bee. Ze heeft vreselijke dingen meegemaakt in haar nog korte leven. Het verhaal begint als ze dankzij een bureaucratische misser zonder papieren uit een Engels asielzoekerscentrum wordt vrijgelaten. Ze reist vervolgens naar de enige mensen die ze kent: Andrew en Sarah. Deze mensen ontmoette ze bij toeval op een strand aan de Nigeriaanse kust. Op dat moment was zij op de vlucht voor premiejagers die haar het zwijgen moesten opleggen. Andrew en Sarah waren, in een wanhopige daad om hun huwelijk te redden, op vakantie in het Afrikaanse land. De scène die zich vervolgens afspeelt, daar op dat strand, is tekenend voor de levens van zowel het Britse stel als voor Little Bee en haar zus.
De kracht van het boek is de manier waarop deze strandscène, en daarmee de voorgeschiedenis, zich langzaam maar zeker ontrafelt. Stukje bij beetje worden lege plekken ingevuld, zonder dat het extreem gekunsteld of geforceerd overkomt. Little Bee is een meisje, dat ondanks haar verleden, een gezonde dosis (zwarte) humor paraat heeft, maar tegelijkertijd ook op alle plekken waar ze komt uitzoekt hoe ze het beste zelfmoord kan plegen. Omdat soms zelfmoord plegen beter is dan blijven leven. Sarah is een idealistische eindredacteur van een ‘alternatief’ damesglossy, dat steeds minder alternatief begint te worden. Andrew is een in de wereld teleurgestelde columnist. Dan is er nog het zoontje van Andrew en Sarah, Charlie, die steevast een Batmankostuum draagt en weigert naar zijn echte naam te luisteren. Daarmee zorgt hij voor de nodige luchtige momenten, al speelt hij een verrassend belangrijke rol in het laatste stuk van het boek. Het verhaal zelf is behoorlijk schrijnend en volkomen geloofwaardig.
Misschien is het slot, dat – hoe wel mooi geconstrueerd – ook erg verwarrend overkomt op de lezer, hetgeen dat me een beetje tegenvalt. Want toen ik het boek uithad, was mijn wereld nog dezelfde. Sowieso neemt Cleave in de laatste tachtig pagina’s van zijn boek wat beslissingen die wellicht ‘anders, beter’ hadden gekund. Wel wil ik Chris Cleave prijzen om de mooie karakterschetsen en bijpassende dialogen. Nee, het boek was prima leesvoer en ik beveel het van harte aan, maar het was niet de ‘sensatie’ die ik voor ogen had. Laat ik het zo zeggen: ik schrok meer van het vogeltje in mijn trapgat.
Kleine Bij is nu overal te koop.