Hey. Er is brand in de straat. Dus niet schrikken!
Dus ik schrik. Ik was namelijk nog niet thuis. Het bleek wel aan onze kant van de straat te zijn, maar wel een huis of twintig verderop. De doemscenarios waarbij ik ons brandende huis binnenrende om mijn gitaar en laptop te redden, bleken dus voorbarig. Er moesten nogal wat panden worden ontruimd, maar eerlijk is eerlijk: op de brandlucht na viel het uiteindelijk mee. Geen aangrenzende panden in de fik, dus. Toch waren het spannende uurtjes, vooral voor de buren van het in brand gevlogen pand. Die kwamen namelijk bij ons schuilen. Normaal was dat best gezellig (ze zijn aardig), maar nu was het een rare en onzekere situatie. Het was na twee uur ’s nachts toen de brandweer aangaf dat iedereen weer terug mocht naar huis. Daarna heb ik redelijk goed geslapen.
Eerlijk gezegd vond ik de week daarmee al raar genoeg. Maar nee, alsof één rare nacht nog niet genoeg was, ging de afgelopen nacht er dik overheen. Pim en ik waren gaan eten bij Erwan, zoals we iedere woensdag bij iemand eten. Normaal verloopt de reis voorspoedig (één keer deden de overwegen het niet meer en duurde de reis aanzienlijk langer). De intercity van Eindhoven naar ‘s-Hertogenbosch was het probleem ook niet. De intercity van ‘s-Hertogenbosch naar Nijmegen vertrok ook vrij voorspoedig. Toen we in Oss aankwamen kwam er echter een vervelende mededeling uit de speakers. Dat zei de conductrice ook: “Dames en heren, ik heb helaas een vervelende mededeling voor u…”
Bij Ravesteijn had iemand zich voor de trein gegooid en zodoende was er geen treinverkeer meer mogelijk. Er was nog niets bekend over eventueel vervangend vervoer, maar we konden maar het beste in Oss uitstappen. Het was inmiddels middernacht en terugreizen naar Den Bosch (om vervolgens via Utrecht alsnog naar Nijmegen te gaan) was geen optie meer. Daar stonden we dan, met zijn allen, op station Oss. Al gauw werd duidelijk dat het ruim een uur ging duren voordat de bussen zouden arriveren en dus namen wij onze intrek in café De Machinist (oh irony!). Na eerst een kop koffie te hebben gedronken, bestelden Pim en ik een biertje. De Brabantse barvrouw trok alles uit de kast om ons te vermaken: uiteindelijk gingen er zelfs schalen met plakjes leverworst en komkommer rond.
Om kwart voor twee kwam de eerste bus voor de mensen naar Den Bosch. Niet lang daarna kwam een Novio bus om de ene helft van de mensen in noordoostelijke richting te vervoeren. Via Wijchen en Dukenburg kwamen we uiteindelijk rond kwart over twee, half drie in Nijmegen aan. Henry, van NS Service & Veiligheid, regelde taxi’s voor mensen zonder eigen vervoer in Nijmegen, maar Pim en ik sprongen toch maar gewoon op de fiets. Ik was al blij genoeg dat ik mijn bed had bereikt.
Vanavond had ik verder niet zoveel op de planning staan. Maar ik ben benieuwd wat er allemaal gaat gebeuren… Al hoop ik zelf op een relatief normale nacht. Want ook al ben ik met stappen wel wat gewend, het is toch anders als je ergens op moet wachten tot kwart voor 2. Of in afwachting bent of je straat wordt ontruimd…