Kings of Convenience op zoek naar stilte

Dit verslag heeft even op zich moeten laten wachten, maar nu is het zover. Gezien: Kings Of Convenience – 11 oktober 2009 in Paradiso Rotterdam en 10 november 2009 in Watt Rotterdam.

In juli 2004 zat ik in de Paradiso bij een concert van de Kings of Convenience. Ik heb nog steeds goede herinneringen aan die avond, net klaar met de middelbare school, klaar om het universiteitsleven in te duiken. Naast een aantal fantastische uitvoeringen van hun eigen nummers, speelde Erlend ook een grappig nummer genaamd Everybody’s Got A Friend in Stockholm. Het publiek is niet alleen klapvee, maar ook achtergrondkoor, ritmesectie en professioneel fotograaf (tijdens de fotosessie). Een dikke vijf jaar later staan de Kings of Convenience wederom in de grote zaal van de Paradiso. De stoelen zijn verdwenen, nu moeten we gewoon staan. Ik ben best wel opgefokt, mijn op-een-na-favorietste-band heb ik al meer dan 5 jaar niet gezien en mijn verwachtingen zijn hooggespannen. Het helpt ook niet dat mijn huidige leven uit zorgen maken bestaat: heb ik überhaupt wel geld voor dit soort grapjes? Moet ik niet nog harder naar werk zoeken? Enfin, ik ben wel toe aan een avondje ontspannende gitaarmuziek, maar voordat de eerste noten zijn gespeeld ben ik niet bepaald relaxed.

Paradiso, Amsterdam (11 oktober)

En de Kings of Convenience ook niet, zo lijkt het. Eirik Glambæk Bøe glimlacht vriendelijk naar het publiek, maar Erlend Øye lijkt er op zijn zachtst gezegd geen zin in te hebben. Beide heren leveren commentaar op het luide publiek (dat vooral enthousiast lijkt te zijn, niet storend). Erlend geeft zelfs een flesje water aan een hoestende toeschouwer. Het illustere werkt vervolgens plichtmatig enkele nummers van Declaration of Dependence af. Tussen de nummers door zucht Erlend flink, kijkt hij duf het publiek in en verwoordt hij hardop gedachten van het publiek “ooh, they look at each other, are they gay?” Pas bij Singing Softly To Me lijkt er wat schwung in te komen. Zelfs Erlend begint spraakzaam te worden. Nadat Eirik vertelt over hoe leuk hij het vindt dat de Paradiso nog steeds hetzelfde is (in andere steden spelen ze steeds in andere zalen, maar in Amsterdam altijd in dé Paradiso). Erlend voegt er op licht zeikerige toon aan toe dat hij maar één probleem heeft met de Paradiso: de Douwe Egberts koffiemachine. Na drie kwartier begint het merendeel van het publiek, hoewel zeker genietend van de mooie uitvoeringen van de nummers, zich af te vragen of “dit het nu is.” Zijn dit de Kings of Convenience met de vrijwel perfecte live reputatie?

Nee! Net op dat moment roepen de twee koningen om versterking. Daar verschijnen Toby, een Duitse violist, en Davide, de producer van de CD en vandaag bespeler van de contrabas, en wordt een mooie versie van Stay Out Of Trouble gelanceerd. En het heeft een duidelijk effect. Erlend verandert vrijwel meteen in de dansende nerd die we kennen van The Whitest Boy Alive. Hij zweept het publiek op en moedigt aan tot zingen, klappen, vingerknippen: dit is de reden waarom Erlend de wereld rondtrekt. Het optreden wordt tijdens het laatste uur naar een hoger niveau getild. Klassiekers !  en Know-How passeren de revue. Met name Toby schittert als hij tijdens diverse nummers muzikale grapjes op zijn viool uithaalt, tot zichtbare vreugde van Erlend en Eirik. Davide schittert als Italiaanse droogkloot. De droge hummer van het viertal komt tot een climax tijdens een hoogdravend verhaal van Erlend, waarbij het publiek oerwoud/vogelgeluiden moet maken en dat eindigt in een Zwitsers hutje met een waltz-versie van I’d Rather Dance With You, waar het nummer heel duidelijk NIET geschikt voor is. Maar ze zitten het uit, het viertal maakt het af; ze worstelen zich naar het eind. Na afloop bekent Eirik dat ze deze versie tijdens de soundcheck hebben bedacht en dat ze er zelf erg fan van zijn. Ach, het is te waarderen.

Daarna volgen nog nummers als Mrs. Cold en Boat Behind, die goed overeind blijven in de liveversie. Jammer genoeg worden klassiekers als Toxic Girl en Failure niet gespeeld. Tijdens de  encore besluit Eirik om suggesties te vragen. Een slecht idee: chaos ontstaat als iedereen zijn favoriete nummers roept. Uiteindelijk spelen de heren Cayman Islands, een nummer dat toepasselijk genoeg ook over Amsterdam gaat. Daarna speelt de band een opgerekte versie van Little Kids. Erg mooi allemaal. Erlend krijgt de lachers op zijn hand met What If (Justin Timberlake moved to Europe), een simpel nummer met een briljante tekst.

Terugkijkend krijgt het publiek met ruim twee uur materiaal waar voor zijn geld. We kregen weliswaar een wat krampachtig begin, maar het gezellige, vrolijke einde maakte dat meer dan goed. Als Erlend zijn “ik ben depressief tijdens het eerste half uur”-routine laat vallen en de heren vanaf het begin wat relaxter zijn, ben ik meer dan tevreden.

Watt, Rotterdam (10 november)

Eerlijk gezegd was ik bijna niet naar dit concert gegaan. Ik had min of meer “voor het geval dat” twee kaartjes voor dit concert gekocht. Maar Rotterdam is wel mooi twee uur met de trein. En ik had niet zo’n zin om in mijn eentje naar het concert te gaan. En ik had de heren al gezien. En dat was een goed concert, maar dat krampachtige gedoe aan het begin was mij niet goed bevallen. Toch wist ik mezelf te overtuigen om te gaan: voor hetzelfde geld duurde het weer vijf jaar voordat de Koningen naar Nederland zouden komen… En ik wist iemand zover te krijgen om mee te gaan. Dus mijn gouden “ik ga niet alleen naar concerten”-regel hoefde ik niet eens meer te overtreden.

In Rotterdam was het al aan de drukke kant toen we arriveerden. We moesten zelfs een tijdje in de rij staan (met name de rij voor de garderobe was HEEL lang). En in de zaal waren er niet veel plaatsen met goed zicht meer over. Uiteindelijk vonden we een plek vlakbij de uitgang. Toen de Kings of Convenience op het podium verschenen, merkte ik meteen een verschil. In plaats van opmerkingen te maken over het publiek, of stilte te eisen, begonnen de heren gewoon met spelen. En nog wel met Until You Understand, misschien wel het mooiste liedje wat ze ooit hebben geschreven! Alleen dat al was de reis en het geld waard.

De Noren maakten tijdens het gehele concert een ontspannen indruk. Iedereen mocht zelfs gewoon foto’s maken (hoewel ik wel het idee had dat er minder foto’s werden gemaakt dan normaal, dus misschien zijn de “regels” gewoon algemeen bekend nu?). De gespeelde liedjes waren veel evenwichtiger verdeeld over de drie albums. Van het nieuwe album speelden de heren Me in You, Mrs Cold, Boat Behind, 24-25, Power of Not Knowing, To Rule My World en Second To Numb, van de voorgangers speelden ze Misread, Know-How, Homesick, I’d Rather Dance With You en een aantal klassiekers die ontbraken bij het concert in Amsterdam, waaronder Toxic Girl en I Don’t Know What I Can Save You From. De opzet van het concert was verder hetzelfde. Eerst speelden Eirik en Erlend als duo, daarna werd de band geroepen. Maar het contrast was op de een of andere manier minder groot.

In de encore bleek dat Erlend het niet alleen heet had, maar ook last had van zijn maag. Daarom speelde Eirik in zijn eentje een cover, Corcovado. Erlend viel halverwege in met een mondtrompetsolo. Daarna speelden de heren Little Kids dat later steeds meer op I Was Made For Loving You en vervolgens Stand Up For Your Right en de theme from the Pink Panter begon te lijken. Het werd allemaal zolang gerekt, dat het erop leek dat de heren I’d Rather Dance With You maar zouden laten zitten. Maar dat liet het publiek niet gebeuren. Er werd hard genoeg geklapt voor een tweede encore en zodoende kregen we alsnog de klassieker. Aan het einde dook Eirik zelfs het publiek in!

Conclusie
Al met al twee mooie concerten, maar allebei met een andere sfeer. Ik vind de band aanzienlijk leuker als ze wat minder panisch over de regeltjes doen en gewoon mooie muziek maken. Natuurlijk moet het publiek zijn mond dicht houden op de stille momenten, maar als de muziek écht heel mooi is, en het publiek wil er écht graag zijn… Op zulke momenten hoef je die regel helemaal niet uit te leggen. En dat was eigenlijk in Amsterdam én in Rotterdam het geval. Soms is less echt more… Dat zou je de Kings of Convenience eigenlijk niet uit hoeven te leggen.

Geef een reactie