Het lag niet aan de acteurs: met name George Clooney en Jeff Bridges spelen briljante rollen. Het lag ook niet zo zeer aan het plot. Hoewel incoherent, zit er uiteindelijk zelfs een over de top finale in de film. Misschien lag het een beetje aan het script en vooral ook de spanningsbogen. We schakelen van hot naar her en om de zoveel minuten wordt er tijd ingeruimd voor een (al dan niet relevant) zijsprongetje, meestal hilarisch. Het probleem is dat de meeste van deze zijsprongetjes in meerdere of mindere mate in de trailer zijn verwerkt. Kortom, als je de trailer eenmaal hebt gezien (waarin George Clooney een Irakees omver rijdt, een geit doodt met zijn blik en aan Ewan McGregor (die zelf meespeelde in Star Wars) uitlegt wat een Jedi Warrior is), zijn deze zijsprongen – hoewel briljant – toch niet zo leuk meer. De flauwe verwijzingen naar andere films (in de dialogen) en de finale zijn dan de enige onderdelen die nog daadwerkelijk op de lachspieren werken.
Kortom, The Men Who Stare At Goats is een typisch geval van “de trailer gaf net te veel weg”. De film had zomaar een absurdistisch oorlogsmeesterwerkje kunnen worden in de trant van Inglourious Basterds, maar uiteindelijk is de film daarvoor net iets te onevenwichtig qua toon en ontwikkeling, en vooral: eigenlijk niet boeiend genoeg om al die uitweidingen te compenseren. Droog is de film zeker, woestijndroog zelfs. Maar tegen de tijd dat de oase wordt bereikt, ben ik allang gestorven van de dorst.