Onverlichte fietspaden

Mijn leven is best wel spannend de afgelopen maanden. Sinds ik een baan heb, ben ik al een keer mijn sleutels kwijt geweest (ze zaten in mijn vestzak), heeft tot drie keer toe mijn ketting eraf gelegen (op één rit naar het werk) en ben ik één keer uitgegleden met de fiets door de gladheid. Maar vanavond voelde het ook voor het eerst als spannend.

Iedere donderdagavond help ik jongen uit 3havo met zijn Nederlands. Dit keer was ik uitgenodigd om ook meteen te blijven eten. Dat deed ik (en het was lekker en gezellig). Toen ik om half 8 ook meteen boodschappen had gedaan bij de supermarkt in de buurt van het huis van die jongen, besloot ik dat ik waarschijnlijk wel af kon snijden op weg naar mijn volgende bijles, in Malden. Aangezien ik mij in het zuidwestelijk deel van Nijmegen bevond, leek het me niet logisch éérst naar mijn kamer te fietsen en daarna door naar Malden te gaan. Dat zou sowieso langer duren. Gelukkig heeft mijn telefoon GPS-mogelijkheden en zodoende toetste ik het adres in Malden in en na even wachten kon ik vertrekken.

Mijn navigatiesysteem was het duidelijk met me eens dat ik niet via het centrum moest. In plaats van naar het oosten en dan naar het zuiden te moeten fietsen, stuurde mijn navigatiesysteem me langs het Maas-Waalkanaal. Voor de zekerheid controleerde ik of de navigatie wel op ‘fietsroute’ stond (de laatste keer dat ik hem gebruikte in de auto stond ie daar namelijk wel op, en dan is de route Nijmegen-Amersfoort te lang om te berekenen) zodat ik niet met mijn Avenue-fiets op de A73 zou uitkomen. Gelukkig: ik had de fietsroute en ik fietste de weg in zuidelijke richting op.

“Volg deze weg nog 3 kilometer,” klonk uit mijn draadloze headset. Naar mate mijn tocht vorderde en ik verder van Malvert verwijderd raakte, werd de weg donkerder en reden de auto’s voor mijn gevoel ook harder. Voor de duidelijkheid: de weg had geen dedicated fietspad. Ik troostte mij met de gedachte dat ik maar 3 kilometer op deze weg hoefde te rijden. En zowaar: na drie kilometer maakte de weg een scherpe bocht naar rechts, in de richting van de A73 waar ik al voor vreesde, en stond er aan de linkerkant (de Maas-Waalkanaal kant) een bordje “fietspad”. Mijn hart maakte een sprongetje van vreugde: “nu komt alles goed,” meende ik uit mijn headset te horen.

De navigatie was op dit punt wel een beetje onduidelijk. Ik moest de brug over maar niet met de weg mee naar rechts en dan naar links. Bovendien was het fietspad nog minder verlicht dan de weg (die al niet verlicht was). Ik kreeg de optie om rechtsaf te slaan op het fietspad maar fietste maar rechtdoor, want ik kon de brug niet op en ik was er toch nog lang niet, althans dat dacht ik. Maar toen ik te lang op het fietspad bleef rijden, herkende de gps het fietspad niet meer. Aan de overkant van het kanaal lag een of andere fabriek beton te maken en de brug zag er niet bepaald fietsvriendelijk uit. Toen mijn navigatiesysteem alleen nog maar groen aangaf, werd het voor mijn gevoel tijd om om te draaien. Op dat moment begonnen zich slechte horrorfilms in mijn hoofd te ontpoppen. Zombies, enge mannen met kettingzagen of gestoorde mannenverkrachters: ieder moment zouden ze tevoorschijn springen en mij van mijn fiets afsleuren. Dus ik fiets zo snel mogelijk terug naar de weg. Opnieuw kwam ik langs de mogelijkheid om links af te slaan op het fietspad (eerst was dat rechtsaf, maar nu fietste ik de andere kant op). Ik dacht “dan zal dat het wel zijn”, maar ik was nog geen honderd meter of ik ruikte koeienstront en mijn navigatiesysteem gilde “INDIEN MOGELIJK, KEER OM BIJ DE EERSTVOLGENDE MOGELIJKHEID.”

Ik luisterde naar de autoritaire kreet vol paniek en vluchtte nog verder terug, nu naar de weg. Volgens de kaart kon het niet ver meer zijn, maar die weg zag er duidelijk niet uit om op te fietsen. Ik was ervan overtuigd dat ik ineens op de A73 zou uitkomen. Ik liep dus voorzichtig in de berm, half verwachtend dat er ieder moment een oude Mercedes met ongure types zou stoppen die mij van mijn bezittingen zouden verlossen. Hoe verder ik de 500 meter lange weg aflegde, hoe zekerder ik was dat ik fout was. Ik overwoog de bijles af te zeggen en terug te fietsen (het was inmiddels tijd om op locatie te zijn), maar ik dacht “ik loop hier nu toch al door de berm te ploeteren, nu gaan we door ook!”

En zowaar, de weg boog naar links af en ik zag een verlicht (!) kruispunt aan het einde van de weg. Blij als een kind zag ik dat er zowaar een fietspad was wat de brug op ging. Met nieuwe energie fietste ik de brug op, het kanaal over en jawel: ik was in Malden. Weliswaar was de weg opengebroken en moest ik alsnog door allemaal vage straatjes om het adres te bereiken, maar ik had het herhaald. En het was pas kwart over acht (eerlijk is eerlijk: niet veel later dan ik normaal in Malden ben). Maar ik ben toch maar terug gegaan via de Rijksweg en de Sint-Annastraat. De schijnwerpers op het hockeyveld had ik normaal wellicht afgedaan als lichtvervuiling, nu waren ze een welkom helder punt in de oh zo donkere nacht…

Conclusie 1: de fietsroute op je navigatiesysteem kiezen betekent nog niet dat je een fietsvriendelijke route hebben.
Conclusie 2: in de zomer is het wellicht mooi om in het avondrood langs het Maas-Waalkanaal te fietsen.
Conclusie 3: het is wel degelijk sneller om langs het Maas-Waalkanaal te fietsen, maar het is ook enger.
Conclusie 4: hard La Roux meezingen schrikt enge mannen denk (de bananenschillen-uit-het-raam-gooien-redenatie).

Geef een reactie