The Medics, Mark Lanegan en Lars & The Hands of Light

“Ga je nu alweer naar een concert, Stefan?”

De afgelopen maand was het inderdaad “nogal druk” wat betreft concerten. Naast drie (3!) keer Turin Brakes, zag ik namelijk nog een aantal andere bands de afgelopen tijd. Het gaat me wat ver om over alledrie een heel lange review te schrijven. Dus bij dezen probeer ik mijn gevoelens over de drie avonden en bands te vatten in een korte maar hopelijk volledige samenvatting. Dat is ook weer eens iets anders.

The Medics (+ U2two) – Doornroosje, 16 april

Na eenderde van mijn Turin Brakes tournee, ging ik met wat collega’s van het werk een andere collega zien spelen in Doornroosje. De U2 coverband “U2two” had de zaal afgehuurd in de hoop alle Nijmeegse / Gelderse U2 fans naar het poppodium te lokken. Ik was er ook, niet omdat ik zo’n groot U2 fan was (of ben) dus, maar omdat Johan bas speelt in de The Medics – het voorprogramma.

Helaas was het nog niet zo druk in Roosje en dat zou het ook niet worden (hoewel ik het einde van de avond niet heb afgewacht – toen de Nederlandse Bono zijn publiek in het Engels begon toe te spreken, begreep ik dat dit niet mijn soort concert zou worden). In ieder geval moesten The Medics proberen de halflege te zaal uit hun 9-tot-5 ritme te reanimeren en nieuw leven in te blazen. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat aan het einde van de set alle 50 mensen in Doornroosje gillend aan hun voeten lagen, maar wat mij betreft was het een groot succes. The Medics spelen een goed te pruimen potje britrock. Denk Editors, Maximo Park en dergelijke. De zanger heeft een mooie lage stem en een groot uithoudingsvermogen. Hij gaat helemaal los op het podium, of er nu gillende tienermeisjes of bijna helemaal niemand staat. Respect! Ook de rest van de band blijkt goed op elkaar ingespeeld.

De set zit strak in elkaar, de liedjes kloppen en door hetzelfde riffje aan het begin én het einde van de set te spelen, is het geheel ook nog eens mooi cyclisch. Toen was ik The Medics nog niet zat in ieder geval. Op 21 mei spelen ze in de NDRGRND in Nijmegen. Hopelijk langer dan in Doornroosje en met een groter en enthousiaster publiek. Het is ze gegund.

Mark Lanegan (+ Duke Garwood) – Tivoli, 20 april

Tsja, Duke Garwood had ondanks de blaadjes “Stilte tijdens het concert” veel moeite om boven het kakelende publiek uit te komen. Hij maakte dan ook weinig indruk met zijn ingetogen gitaarliedjes. Daar zat hij, kromgebogen over zijn gitaar, zachtjes in de microfoon te zingen. Het werkte gewoon niet. Op andere avonden was het er bij mij vast ingegaan als zoete koek, maar vanavond stond ik net als de rest van het publiek in de vrijwel uitverkochte Tivoli te wachten op Mark Lanegan.

Toen de grootheid eindelijk het podium betrad, samen met een gitarist van wie ik de naam per ongeluk ben vergeten, was het meteen muisstil. Zodra Lanegan de eerste noten zong was duidelijk waarom: deze meneer verdient niets dan respect. Een dijk van een stem, een imposante man en een grootheid. Bovendien was hij niet stomdronken.

Eén ding was Lanegan overigens niet: een warm mens. Niks publieksinteractie, niks leuke anekdotes… Nee, Lanegan werkte achter elkaar de hele setlist af, verdween twee minuten, kwam terug, sprak de legendarische woorden “thank you” en speelde nog een paar nummers. Toen sprak hij nog een keer “thank you” en bedankte ook zijn gitarist. Toen was het afgelopen. Nog geen anderhalf uur na het begin stonden we buiten. Zo waren we op tijd thuis, maar een legendarische avond werd het er niet door. Wel een mooie.

Lars and the Hands of Light – Cultureel Podium Roepaen, 2 mei

Mischa belde me enkele weken geleden (of ik hem, dat weet ik niet meer). Hij vertelde dat hij naar het zuiden kwam na Koninginnedag en dat hij op zondag naar een Deens bandje ging kijken in Roepaen, ook al kende hij het niet. Nou, ik ging wel mee. Ik kende het ook niet. De vrijdag voor het concert maakte ik voor het eerst kennis met de vrolijke muziek van Lars and The Hands of Light. De single Me Me Me bleek heel aanstekelijk. Tot zover mijn voorbereiding.

Was het bij U2two al rustig, bij Lars and the Hands of Light was het vrijwel uitgestorven. De aanwezigen waren letterlijk op handen en voeten te tellen (de band niet meegerekend). Daar hadden Lars en cohorten niet op gerekend, maar ze gingen er toch het beste van maken. In het uur dat volgde speelde de band zo’n beetje alle nummers van debuut The Looking Glass. Het geluid was goed, de stemming in de band zat er goed in (de vrouw van de zanger, die ook de t-shirts en platen verkocht, was jarig) en de bandleden deden hun best om de paar aanwezigen te overtuigen… Dat lukte bij mij in ieder geval heel aardig. Na een uur waren de liedjes op. Er was dus ook geen encore, maar ik voelde me niet bepaald bekocht.

De liedjes van Lars and the Hands of Light zijn vaak poppy, soms neigt het naar de jaren 60/70/80, soms naar Belle and Sebastian, soms naar je reinste rock ’n roll. Wat het ook is, het werkt. Het werkt live heel goed. De band bestaat uit Lars en zijn zus, een bassist annex akoestisch gitarist, drummer en keyboardspeler annex percussionist. Lars speelde ooit in een metalband en zo ziet hij er nog steeds een beetje uit. Maar de andere bandleden zien er gewoon uit alsof ze lol hebben op het podium. Ik vind het heel belangrijk dat je niet alleen goed speelt, maar dat je ook laat zien dat je dat leuk vindt. Dus Lars and the Hands of Light zijn wat mij betreft met vlag en wimpel geslaagd voor de test. Hun album The Looking Glass is recent verschenen bij Excelsior. Gaat dat horen.

1 reactie

Inderdaad jammer dat het zo rustig was in Doornroosje. Wij zijn ook helemaal weg van The Medics en snappen niet waarom ze nog niet veel breder gewaardeerd worden dan nu het geval is. Kwestie van tijd!?

grtz,
Pieter
u2two

Geef een reactie