My Booky Wook (de titel is geïnspireerd op de Nadsat-taal uit A Clockwork Orange) is in vele opzichten dan ook het ideale voorbeeld van (naar wat ik aanneem) de kenmerken van dit genre (zijn): schokkend, onthullend en vol seks en drugs. Met als grote verschil dat het ook nog een oprecht intelligent boek is. Het is ook een zelfbewust boek. Nadat we Russell ontmoeten in een kliniek voor seksverslaafden (vol pedofielen en perverselingen) gaan we terug in de tijd naar zijn jeugd: “Now for the formative years, which traditionally in autobiographies are a bit boring – not in this one, however. My childhood is so jam-packed with melodrama and sentimality (described as ’the unearned emotion’) that you’ll doubtless use these very pages to mop up your abundant tears.” Dat blijkt: op school wordt hij gepest en hij maakt het nog erger door enorme stunts uit te halen, die door niemand op prijs worden gesteld.
Toch wordt het pas echt interessant als Russell ontdekt dat hij kan acteren op de middelbare school (tegen die tijd is hij al uit een kostschool gegooid voor onzedelijk gedrag) en zijn roeping heeft gevonden. Hij maakt de middelbare school niet af, maar verliest wel nog even zijn maagdelijkheid aan een meisje, dat hij daarna opbelt om het gesprek op cassetteband op te nemen als bewijs dat het echt is gebeurd. Vanaf het moment dat hij besluit het als acteur te gaan proberen, begint het boek vaart te krijgen. Vanaf Part II zweven we van figurantenrol naar figurantenrol, van one night stand naar one night stand en van wiet naar heroïne. Daarbij staat hij enkele malen op het punt van doorbreken, vooral nadat hij is overgestapt naar stand-up comedy, maar zijn onmogelijke gedrag zorgt er vroeg of laat voor dat hij zijn baan verliest.
Hij is een charmeur, maar ook recordmisbruiker van de taxidienst van MTV (“every single journey I took from then was in an account cab, and not just my own journeys – sometimes I’d have two or three cars out at a time, ferrying my mum around, or picking people up from airports.”), en dan gaat het nog niet over het meenemen van zwervers en junkies naar kantoor. Rond de eeuwwisseling presenteert Brand een show op MTV en wordt niet lang na 11 september ontslagen omdat hij verkleed als Osama Bin Laden op tv verschijnt en backstage Kylie Minogue voorstelt aan zijn dealer.
Volledig stoned maakt hij het programma Re:Brand, dat taboedoorbrekend moet zijn: zo gaat hij boksen met zijn vader om het Oedipuscomplex te onderzoeken, volgt hij het leven van een racist, probeert hij een bejaarde vrouw het hof te maken en neemt hij een zwerver mee naar huis. Niet lang daarna bereikt zijn leven een dieptepunt. Hij wordt in eerste instantie redelijk clean voor een tv-special met Britse comedy-legendes (waaronder David Walliams) op een cruiseschip in Griekenland, maar wordt zo nerveus dat hij uiteindelijk volledig doorslaat en wordt ontslagen. Het is dan dat Brand zich realiseert dat het zo niet langer kan. Als laatste hoop benadert hij John Noel, een impressario. Die heeft in eerste instantie niet door hoe ver Brand heen is, maar wanneer hij hier achter komt stuurt hij Brand naar een afkickkliniek en met succes. Brand krijgt zijn big break en begint bekend te worden. De leegte die de drugs hebben achtergelaten wordt echter gevuld door seks. Ook hiervoor wordt hij naar een kliniek gestuurd.
De eerste twintig, dertig jaar van zijn leven vormen de rode draad van het boek, maar het zijn de beschouwende passages die het meeste indruk maken. Brand bezit de gave om tegelijk grappig en serieus te zijn. Het boek is niet doordrenkt van spijt en probeert ook de minder fraaie momenten niet mooier te maken. Wel ziet hij de humor in van veel van de absurde situaties waarin hij terecht komt: hoe hij door een one night stand naakt wordt buitengesloten in zijn eigen appartement, om vervolgens in het café beneden, waar het Gay Night is, een slotenmaker te bellen. Sommige sterke verhalen zijn bijna te raar om waar te zijn en het staat allemaal verdomd mooi opgeschreven (door Brand zelf, vrij uniek in het genre: Brand blijkt echt te kunnen schrijven). Maar als de verhalen over het scoren van heroïne waar zijn, dan zal de rest ook wel niet zijn verzonnen: “The dealers keep the bags in their mouths. Then when you buy one they spit it into their hand and you have to put it directly into your mouth. Even though you obviously want the heroin, a little bit of you is thinking, ‘Eeugh! He’s had it in his mouth.’ After a while, though, you stop thinking that. It’s a bleak day when that happens.”
Ik ben nog steeds geen groot fan van het biografiegenre, maar My Booky Wook was voor mij toch de moeite van het lezen waard. Zijn leven is niet zo zeer indrukwekkend als wel machtig interessant. Zelfs onder invloed presteert hij het om mensen in te palmen en zijn verslaving tegelijkertijd (grotendeels) verborgen te houden voor de mensen in zijn omgeving. Hij breekt harten en verovert ze tegelijk. Hij is zich bewust van zijn charmes en zijn kwaliteiten als womanizer en misbruikt ze ten volle ter meerdere ere van zijn eigen glorie en ego.
Inmiddels is Russell Brand rijk, clean en gelukkig verloofd met Katy Perry. Vanaf deze week draait Get Him To The Greek in de bioscoop, wat welbeschouwd een slecht vermomd excuus is voor Brand om zijn eigen persoon uit te vergroten en te introduceren aan de rest van de wereld. Deel 2, My Booky Wook 2: This Time It’s Personal, staat gepland voor dit najaar en zal niet zo zeer gaan over alle verslavingen en one night stands, die zijn immers al aan de orde geweest, als over alle mediaschandalen waarin hij sinds het afkicken terecht is gekomen. Want Russell Brand mag dan clean zijn, hij is nog altijd een zeer controversiële persoonlijkheid. Dat er nog maar veel Booky Wooks mogen volgen…
vier uit vijf