[Trällebo] 5: Nieuw record en Ome Ben

Dinsdag 13 juli

Dinsdagochtend besluiten we weer rustig bij het huisje te blijven. Wel gaan we kanoën op een meer. Dat waren we al eerder van plan, maar nu hebben we er pas tijd voor. Het weer is nog steeds prima en dus rijden we naar de plek waar op de kaart een kleine kano staat. Aangekomen op een soort bungalowpark huren we de kano’s bij de receptie. Het blijkt dat we niet op een meer gaan kanoën, maar op iets wat niet anders kan worden omschreven als “een brede sloot.” De vorige keer dat ik ging kanoën, stootte ik Mischa tegen de borst door te zeggen dat “wij beter niet in één kano konden.” Dat heb ik toen moeten vergelden door menig rivierwieraanvallen van Pim en Mischa. Dat zou me niet nog een keer overkomen – hoewel ik vandaag wel hetzelfde t-shirt aan heb.

We hebben twee metalen / aluminium kano’s. De driepersoons wordt bevaren door Pim, Erwan en Sjoerd, de tweepersoons door Mischa en ondergetekende. De kano’s blijken nog instabieler dan ik gewend ben: Mischa en ik zijn nog niet van de kant of we beginnen al te wiebelen en binnen een minuut slaan we om. Dat is een nieuw record. Mischa gaat als eerste de kano in, na tien minuten zit ik er ook in en vinden Mischa en ik langzaam een balans. In het uur dat volgt stotter ik regelmatig de woorden: “Nee, Mischa, nee, Mischa, neee, Mischa, neeee, Mischa nee!” Toch slaan we geen tweede keer om, zelfs niet wanneer we crashen op de kant of achteruit kanoën.

Pim, Erwan en Moert gaan voortvarender van start. Om het geheel wat spannender te maken besluiten ze te proberen door zoveel mogelijk “poortjes” – takken en stenen in het water. Dat gaat erg lang goed. We zijn al op de terugweg wanneer de heren onder een tak doorvaren terwijl ze de peddels bovenlangs overpakken. Die beweging bleek te ambitieus en toen sloegen ook zij eindelijk om. Eindelijk.

Ook zij hebben tien minuten nodig om weer in de kano te komen: vooral omdat het water hier dieper is.  Dus klimmen ze op de kant en proberen ondanks de moerassige ondergrond weer veilig in de kano te komen. Dat lukt uiteraard, waarna we onze weg terug vervolgen. We leveren onze kano’s in, dit keer bij het Zweedse kassameisje dat de oudere man die er eerst stond blijkt te hebben afgelost. Mischa gebruikt zijn charmes en onderhandelingsskills om iets van de prijs af te dingen. De lucht is inmiddels aardig aan het betrekken, maar we moeten wel nog boodschappen doen in onze (soms zelfs erg) natte kleren. Dat gaat gelukkig zonder veel problemen. Bij het verlaten van de supermarkt komen we echter terecht in de eerste en enige wolkbreuk bij daglicht deze vakantie. Als we terug rijden naar ons huisje, stopt het met regenen en zien we al gauw de damp opstijgen van het wegdek.

Thuis beginnen we met koken. Nu gaan we dan eindelijk Uncle Ben’s eten! We hebben rijst, diverse groenten en kalkoenfilet. Helaas blijkt de kalkoenfilet (volgens de verpakking tot vandaag geldig) niet bijzonder prettig meer te ruiken: een penetrante geur van rotte eieren dringt onze reukorganen binnen. Toch bakken we de kalkoen: Erwan ziet het probleem niet zo en misschien is het alleen de geur (het vlees ziet er verder prima uit). Pim, Mischa en ik zweren de kalkoen toch maar af. Pim en Mischa verdelen de gehaktballetjes, mij rest een stuk van Goerts omelet. Verder smaakt het eten overigens prima.

De rest van de dinsdagavond rusten we uit, wordt er gevoetbald en natuurlijk afgewassen. Tussen Mischa en mij ontstaat intussen een hevige competitie wie als eerste zijn boek uit gaat hebben. Mischa heeft Dorstvloer vol Confetti bij zich, ik Onder Professoren. Het verschil in bladzijdes is aanzienlijk, bovendien staat er bij mij veel meer op een pagina, maar ons leestempo blijkt in eerste instantie redelijk gelijk te liggen. Pas op donderdag neemt Mischa definitief (en ruimschoots) de voorsprong. Hij zou het boek nog nét voor het einde van de vakantie uitkrijgen.

Als we willen gaan slapen blijkt de achterdeur een groot deel van de avond open te hebben gestaan. Dat resulteert nu in een absurde hoeveelheid muggen en vliegen: je hoeft maar een keer uit te halen en je hebt er minstens 2 à 3 te pakken. Vooral Erwan blinkt uit in het ownen van de insecten, ik – ondanks of juist vanwege mijn onconventionele techniek – doe het niet bovengemiddeld.

Geef een reactie