Neuroot

Ik ben geen neuroot. Echt niet. Maar ik heb wel wat rare trekjes. Zo heb ik de neiging om altijd iedereen overal tevreden te houden. Als ik moet kiezen tussen één iemand heel blij maken en daardoor tien mensen boos te maken, dan stel ik nog liever diegene teleur dan dat ik die tien mensen boos maak.

Een maand geleden had ik even snel een boek nodig om wat dingen op te zoeken. Ik kan niets meer lenen bij de universiteitsbibliotheek (en daar hadden ze het boek in kwestie ook niet) en van de openbare bibliotheek in Nijmegen ben ik geen lid. Gelukkig hadden ze het boek wel bij een gespecialiseerde boekhandel hier in de stad. Omdat ik snel klaar wilde zijn belde ik nog tijdens mijn werk snel naar de winkel om te controleren of ze het echt hadden. Ze hadden het boek, maar ze waren die dag maar tot half zes geopend. BInnen een kwartier vanuit de rand van de stad in het centrum komen is een vrij onmogelijke zaak. Dus vroeg ik of ik een kwartiertje eerder weg mocht (later zou ik dat wel compenseren, zei ik). Ook dat mocht. Vanaf dan zat echter alles tegen: het was kwart voor zes voor ik in de stad aankwam. Veel te laat dus.

Gelukkig had ik goede idee dat je natuurlijk geen abonnement op de lokale bibliotheek hoeft te hebben om er naar binnen te mogen. Zo kon ik daar net voor sluitingstijd (zes uur die dag) naar binnen wippen, kopietjes maken van de dingen die ik moest weten en op tijd weggaan. Dat lukte. Het gevolg was dat ik het boek eigenlijk niet meer nodig had. Alleen was ik de dagen erna zo druk met werk dat ik min of meer vergat te bellen om te zeggen dat ze het boek weer terug konden leggen in de winkel. Af en toe schoot het me te binnen, maar altijd 0p momenten dat ik niet kon bellen. Op een gegeven moment werd het er eentje in de categorie “daar moet ik eigenlijk iets mee doen, maar het komt er niet van.”

Toen ik vorige week zaterdag werd gebeld door de winkel om te vragen of ik het boek nog nodig had, kon ik dan ook niet anders dan zeggen “Oh ja, ja, dat klopt. Ja nee, jullie zijn vandaag gewoon open?” Toen ik had opgehangen realiseerde ik me dat ik ook gewoon had kunnen zeggen dat ik het boek niet meer nodig had. Het is niet zo dat we mondeling hadden afgesproken dat ik het boek kwam kopen. Ze had het alleen apart gelegd. Maar nu kon ik het al helemaal niet meer maken om het niet meer te kopen.

Dus ging ik, als een soort straf, die dag naar de boekwinkel en kocht ik daar het boek in kwestie. Overigens kocht ik er ook maar een mooie gebonden uitgave van De Kleine Kapitein van Paul Biegel (wanneer gaat iemand daar eens een mooie verfilming van maken?). Het boek in kwestie liet ik netjes inpakken. In die cadeauverpakking zit het nu nog steeds. Ter herinnering aan het feit dat dit onderdeel van mijn karakter niet het handigste onderdeel is.

Geef een reactie