Lisa Hannigan – Passenger

Mijn muzieksmaak is veranderlijk. Dat klinkt misschien gek uit de mond van iemand die al zo’n tien jaar groot fan van dezelfde band is, maar het is nu eenmaal zo. Neig ik de ene keer meer richting alternatieve pop of rock, dan weer kom ik uit bij country of folk en kan ik compleet opgaan in de rare onderwerpen en leuke gitaarloopjes. Een goed live optreden kan mijn muzieksmaak zelfs enorm beïnvloeden en me op zoek laten gaan naar nog meer van hetzelfde.

Zo zit ik nu weer in een folkfase, maar dat is niet altijd bevorderlijk voor de cd’s die ik nu luister. Ik luister namelijk veel muziek onderweg naar mijn werk en folk is nu juist luistermuziek pur sang. Veel folknummers hebben dan ook te weinig ritme om me daadwerkelijk te boeien. Zo weet ik al enkele maanden niet wat ik nu aan moet met de nieuwe cd van Fionn Regan. Mooie nummers, maar ze passen niet bij mijn fietsritme, omdat ze juist zo verstild zijn. Roepen dat de cd slecht is, durf ik echter niet. Ik weet heel goed dat ik de cd van Fionn Regan gewoon een keer op een zondagmorgen of laat op de avond moet aanzetten en eens goed moet luisteren. Dan realiseer ik me dat ik veel liedjes al veel beter ken dan ik dacht en dat ik die cd eigenlijk best mooi vind.

Een ander probleem van het luisteren op de fiets is – naast een mogelijk vertraagd reactievermogen bij inhalend verkeer – namelijk dat je niet altijd even goed op de muziek let. Je leert de liedjes dus wel kennen, maar niet zo expliciet als in andere luisteromgevingen. Dan is er een meer geconcentreerd luistermoment nodig om een gefundeerd oordeel te vormen over de cd in kwestie. En dat brengt me bij de cd die ik vandaag probeer te recenseren: Passenger van Lisa Hannigan.

Het debuut van Lisa Hannigan (Sea Sew) bekroonde ik met vier uit vijf en zelfs dat was aan de lage kant – denk ik achteraf. Er staat een aantal ontzettend goede liedjes op die cd, die vandaag de dag nog net zo sterk zijn als toen de cd verscheen. Hannigan toerde sindsdien over de hele wereld (maar niet in Nederland) en maakte net als voormalig zangpartner Damien Rice geen haast met een tweede plaat. Dat neemt niet weg dat ze op dit tempo Damien Rice kei hard gaat inhalen. Rice heeft sinds 9 in 2006 geen plaat meer uitgebracht en werkt af en toe samen met wat andere artiesten. Eerder dit jaar verscheen de debuutplaat van Mélanie ‘Inglourious basterds’ Laurent. Rice schreef mee aan vijf nummers en zong mee op twee, maar verder blijft het vrij stil rondom Rice. Al bereikte hij ironisch genoeg wel vorige week de Engelse top 10 met het mooie Cannonball – van zijn debuutplaatnadat het nummer bij X-Factor werd gezongen.

Nee, Lisa Hannigan werkt een stuk harder dan Rice en rust niet zo lang op haar lauweren. Passenger gaat over haar leven als soloartiest, met zowel emotionele als ‘echte’ reizen als inspiratiebron. De hoes van de plaat is een kaart van Lisa’s favoriete steden aan elkaar geplakt. Dat ook haar muzikale stijl een reis heeft doorgemaakt, blijkt bij het openingsnummer. Qua instrumentatie is er weliswaar weinig veranderd, maar die instrumenten komen – zeker in het openingsnummer Home – een stuk harder uit de speakers knallen dan op Sea Sew.

Even lijkt het erop dat Hannigan met Passenger een coup wil plegen om Feist te verslaan als interessantste (vrouwelijke) artiest. A Sail is opnieuw een poppy nummer, met een lekker baslijntje en een iets groovender ritme. Het doet wel meer denken aan Sea Sew met zijn springerige violen. Eerste single Knots gaat een stapje verder en is onbeschaamde kwaliteitspop. De zachte strijkers met de plastic ukelele worden langzaam maar zeker aangevuld door instrumenten van alle categorieën totdat een groots euforisch hoogtepunt wordt bereikt. Van trombone en flugel tot cello en weer terug naar trompet: het is aanstekelijk en het werkt.

Het uptempo trio wordt aangevuld door het aparte What’ll I do, waarin Lisa een bijna reggae-achtige stem op zet . Net zo pop, maar een stuk simpeler en kleiner – dat puur drijft op Hannigans vocalen – die hier bewijzen niet alleen mooi hoog, maar ook mooi laag te kunnen zijn. Als er iets duidelijk wordt van de eerste vier liedjes, dan is het dat Hannigan de hoofdmelodie nooit uit het oog verliest, hoeveel extra arrangementen er ook worden toegevoegd. Al krijg je enorme jeuk van koortjes, Lisa’s verbluffend mooie stem – veel mooier dan bijvoorbeeld die van Adele – raakt de noten perfect, maar behoudt altijd een mooi, karakteristiek randje.

Na deze vier echte popliedjes komt O Sleep een beetje rauw op je dak vallen. Ineens fluistert Lisa bijna, zoals we kennen van Lille van haar vorige cd. En een bijna net zo fluistervolle stem begeleidt haar: Ray LaMontagne zingt mee en wel zo mooi dat ik hem zijn laatste cd (God Willin’ & The Creek Won’t Rise) spontaan vergeef (die overigens niet slecht is, maar ook niet heel goed). Het luisterliedje O Sleep is van zulks een intensheid, dat je het de eerste keer luisteren gewoon niet helemaal kunt bevatten.

Wat mij betreft wordt de cd pas vanaf O Sleep erg goed. Paper House is net als het vorige nummer meer ingetogen. Een mooi, zacht harmonium in plaats van schelle, uptempo strijkers en Lisa die haar stem meer ingetogen gebruikt dan in de openingsnummers.

Oh we walked in a hallowed place back then
the edge of Dublin, the edge of May and June.
Oh to live in a paper house again,
where we grew by the light of the moon.
(Paper House)

Net zo mooi is Little Bird, een lief tokkelliedje over gesproken woorden en gedane zaken die geen keer nemen. Hier laat Lisa horen dat ze tekstueel gezien nog steeds erg sterk is.

Your heart sings like a kettle and your words,
they boil away like steam.
A lie burns long while the truth bites quick,
a heart is built for both it seems.
You are lonely as a church,
despite the queuing out your door.
I am empty as a promise, no more.
(Little Bird)

Mocht ik die indruk gewekt hebben: deze plaat is niet alleen maar vrolijkheid troef. Passenger, titelsong van de plaat, is een mooie beschrijving van het voorbij gaan van de tijd – en hoe die alle wonden heelt. Drie coupletten, drie locaties, drie keer emotionele bagage met een ander resultaat. Toch is het geen zwaar nummer, met een mooi stampritme en een tokkelende banjo die eventueel leed moet doen vergeten.

Was deze cd Lisa’s debuut dan was Safe Travels (Don’t Die) een mooie conclusie geweest, een mooi einde zelfs. Op enigszins macabre wijze zingt Lisa over de mogelijke dingen die haar dierbaren kunnen overkomen:

Don’t walk on ice, no matter how nice,
how sturdy, enticing it seems.
Please cross at the lights
and don’t start fires or fights
and don’t dabble in heights on caffeine.

Like you always say: “Safe travels, don’t die”
don’t die, safe travels, don’t die.
(Safe Travels, Don’t Die)

Het is een lief, klein liedje, met een duistere ondertoon. Maar het is dus niet de afsluiter van de cd. Dat zou ook niet kloppen. Het nummer lijkt niet persoonlijk genoeg. Meerdere keren op de cd zingt Hannigan over Bird – naar mijn vermoeden geen vogel. Op Nowhere To Go trekt Hannigan een conclusie wat betreft haar gevoelens voor deze Bird: You’ll never have nowhere to go.

Het is een ingetogen nummer, dat de cd nu wel tot een passend, natuurlijk einde brengt. Ik mag concluderen dat Lisa het weer heeft gedaan. Een cd die na een vol en bij vlagen bombastisch begin me heeft overrompeld met een vijftal mooie luisterliedjes. Passenger laat zien dat Lisa Hannigan nog veel meer noten op haar zang heeft dan ik dacht. En ik had al geen lage dunk van haar.

vierenhalf uit vijf

Geef een reactie