De Schotse kant van het leven

Het kan snel gaan. Het ene moment zit je gewoon te werken op je oude werkplek, het andere moment heb je je ontslagbrief overhandigd en kun je feitelijk gaan aftellen naar de dag dat je bij je nieuwe werk begint. Twee weken vakantie (bijna dan) om af te kicken, op te laden en wat lopende zaken af te ronden. Maar eerst ging ik naar Schotland.

Toen mijn favoriete band, Turin Brakes, aankondigde het eerste album integraal live te gaan spelen, was mijn eerste gedachte: daar moet ik bij zijn. Toen bovendien bleek dat ze Schotland aandeden dacht ik: tijd om Pim te bezoeken. Pim promoveert daar op scheikundige zaken en sinds onze roadtrip vorig jaar was ik er niet meer geweest. Tijd om langs te gaan dus. Zo combineerde ik het aangename met het nog aangenamere. En als een vrij man (de dag ervoor had ik mijn laatste werkdag) kon ik er ten volle van genieten – waarbij ik de verkoudheid en vermoeidheid even vergeet.

Dat betekende wel dat de wekker op zaterdagmorgen belachelijk vroeg ging. De vluchten vanaf Weeze gingen overigens nog veel vroeger, dus vond ik 10 uur vanaf Schiphol een schappelijke tijd. Maar dan moet je wel om kwart voor 7 in de trein zitten om niet totaal overgeleverd aan de NS je vliegtuig te missen. Dan is zo’n kop koffie op het vliegveld toch meer dan welkom.

In het vliegtuig zat ik naast een andere Turin Brakes-fan. Dat was geen toeval, maar afgesproken werk. Wat wél toeval was, was dat we in Edinburgh dezelfde Bed & Breakfast hadden geboekt. Na anderhalf uur bijkletsen over de dingens des levens – het was toch alweer ruim een jaar geleden sinds twee heuglijke, gezellige avonden in Canterbury én Eindhoven. Je houdt elkaar wel op Facebook in de gaten, maar dat is toch anders.

Maar goed, daarna was het heuglijk weerzien met Pim. Met snor. Want hij doet mee aan Movember.

De rest van de dag wandelen we door Glasgow, bezoeken we The People’s Palace en Glasgow Green, drinken we koffie bij de Costa (want die hebben een coffee club), kijken we een complete rugbywedstrijd (jawel, dat was nieuw voor mij), eten we Russisch bij Pims huisgenootje en val ik bijna om omdat ik al veel te lang wakker ben.

De volgende dag gaan we met Mounira, die andere Nederlandse fan, de andere kant van Glasgow verkennen (West End) als ik een sms’je krijg dat mijn interview met de band het beste die middag om half 4 kan plaats vinden. Zo staan we om half 4 voor de ABC in Glasgow, alwaar we na even wachten worden begroet door drummer Rob. Hij heeft echter slecht nieuws: de band ligt dik achter op schema en de soundcheck moet nog beginnen. Zo begint er een wachtperiode waarin we af en toe praten met een bandlid dat naar ons toekomt, af en toe meehelpen bij de merchandise (wel tellen, niet vouwen want vouwen kan ik niet goed). Uiteraard net op het moment dat we via Twitter hebben afgesproken met andere fans om te gaan eten (social media forever!) is het tijd voor een interview. Zo mis ik het ongetwijfeld gezellige (maar niet bijster smaakvolle – zo hoor ik later) avondeten, maar voer ik wel een goed gesprek met de band over de beginjaren en de tour. Binnenkort te lezen op Ether Site dus.

Daarna ontmoet ook ik de andere fans en zo staat er ineens een groep van acht, negen fans en gezellige mensen. Misschien zijn we groupies, misschien zijn we gewoon enthousiast maar we hebben het in ieder geval leuk. Uiteindelijk wordt onze groep nog uitgebreid met een Nederlands meisje die toevallig een weekend in Glasgow is en de band ook leuk vindt. Het is spontaan en gezellig en ik ontdek in Schot Steven eindelijk een andere man die ook goed de tweede stem kan zingen.

Het concert is prachtig. De Glaswegian crowd heeft er zin in, is luidruchtig maar zingt ook vol overtuiging de nummers van het eerste album mee. Ik heb al snel een grijns op mijn gezicht. De heren zijn weer in topvorm en nadat het eerste album mooi gevoelig is afgesloten met The Optimist komen de heren al gauw terug voor een extra set van drie kwartier met zowel een nieuw nummer als andere hoogtepunten uit het oeuvre.

In totaal spelen de heren één uur en drie kwartier, waaronder een mooie cover van Chim Chim Cher-ee (nu te koop op iTunes – opbrengst gaat naar daklozen) en het epische Ether Song waarmee wordt afgesloten. We hebben weinig reden tot klagen, zullen we maar zeggen.

Backstage heb ik nog wel snel een flink stuk stokbrood met organic pindakaas gegeten, maar mijn maag begint te knorren. Gelukkig is daar A.C. Hij is met Natalie uit Edinburgh meegekomen en heeft ‘voor het geval dat’ een burrito meegenomen. Dat klinkt raarder dan het is, A.C. is namelijk de uitbater van het Mexicaanse Illegal Jacks-restaurant in de Schotse hoofdstad. Met échte groente en voedzame burrito’s. Niks geen grote keten, gewoon een gezellig, hip en modern restaurant. We sluiten de deal dat als ik de burrito lekker vind, dat we daar de volgende dag komen lunchen. En hij is lekker mensen.

De afterparty vindt in eerste instantie plaats in een toko die al tegen middernacht de deuren sluit, maar al gauw komen we terecht in een pub met een late license. De band is er ook en dat maakt het nog gezelliger. De groep mensen (met vrienden van vrienden van vrienden) bestaat inmiddels uit een man of 15-16 (al doe ik geen moeite meer om iedereen bij naam te leren kennen). Het is in ieder geval gezellig en met de mensen van wie ik de naam wel weet heb ik in ieder geval een topavond. En de volgende avond hebben we als het goed is nog zo’n topavond!

De ochtend verloopt in mijn geval redelijk soepel. Na het ontbijt (met hagelslag, Pim blijft toch Nederlander) vertrekt mijn gastheer naar zijn werk en nemen we afscheid. Mounira en ik ontmoeten Natalie en A.C. in het centrum (en komen zelfs nog even die andere Nederlandse fan tegen!). Vervolgens pakken we trein naar Edinburgh.  Edinburgh is een stad met een stuk meer (zichtbare) historie. En als je dan het geluk hebt dat de lucht er blauw is en de temperatuur niet te laag, dan kun je daar dus een mooie tijd hebben.

De middag werd echter niet bepaald episch. Verschillende onderdelen van ons nu even viertallige team hadden een inkakmomentje en ik chill dus in mijn extra grote kamer (ik ben “geüpgrade” vanwege verbouwing) de middag weg en luister naar de live cd die ik bij het optreden gisteravond heb gekocht. Ik doe boodschappen, maak wat foto’s en de lunch verandert in diner. Om zes uur zitten we bij Illegal Jacks. Totaal uit de richting van Queen’s Hall, Edinburgh, maar voor goed eten moet je af en toe omlopen.

Redelijk uitgerust schuiven we aan bij Illegal Jacks. Het interieur is strak en modern, wellicht het tegenovergestelde van wat je bij een Mexicaans restaurant zou verwachten:

Er liggen briefjes op tafel met onze namen, je kunt hier ook via social media reserveren maar wij hebben connecties dus hoefden dat zelfs niet te doen en als wij al uitgebreid aan het schranzen zijn, verschijnt ook de band zelf voor een burrito on the house. Genieten dus, al laat ik de margherita maar even aan me voorbij gaan.

Na anderhalf uur nemen we een taxi naar Queen’s Hall, waar we merchandise-dame en mede-fan Claire weer tegengekomen. Ik probeer zelf ook even merchandise te slijten maar moet mijn meerdere erkennen in Steven – die na het optreden een poging waagt. Twee EPs à 5 pond per stuk weet ik te verkopen, terwijl Steven t-shirt na t-shirt verkoopt.

Queen’s Hall is een raar venue, met zowel een uitgebreid zitgedeelte als een centrale lege vloer om te staan. Ik voel me enigszins beroerd (de vermoeidheid slaat weer toe), maar zodra het optreden is begonnen gaat het langzaam beter en na Underdog (Save Me) ben ik weer redelijk boven Jan. Bij Future Boy en The Road kan ik weer koortje spelen met Steven. Opvallend is dat waar in Glasgow het hele publiek na verloop van tijd Turin Turin Turin Fuckin’ Brakes zong, we hier geen navolging krijgen. Het publiek is meer ingetogen en komt eigenlijk pas los op het moment dat de heren weggaan en weer terugkomen voor de encore. Net als de band trouwens, die de nummers van het debuut ingetogen speelt en daarna pas echt los gaan. Afgesloten wordt met Chim Chim Cher-ee:

Daarna drinken we er nog eentje bij de venue. De rest van ons gezelschap gaat nog een kroeg in op 20 minuten lopen, maar ik besluit er een punt achter te zetten en eens wat slaap in te halen (zo voelt het in ieder geval). Ik neem (enigszins gehaast, want er staat een taxi) afscheid van mijn gezelschap en ga heerlijk slapen. In Glasgow liepen we al grappen te maken over het feit dat Lady Blossom een bordeel zou zijn waar Lady Blossom de madam van dienst is en ik…. tsja…. Maar nu blijkt dat Lady Blossom’s Guesthouse ook daadwerkelijk red light district is:

De volgende dag ontmoet ik Mounira om 10 uur voor de B&B. We moeten allebei voor 10:00 uur uitchecken dus staan we hier met bagage, bepakt en bezakt, klaar om te gaan. Eerlijk gezegd ben ik er ook wel aan toe om naar huis te gaan. Alleen gaat onze vlucht pas om half 7. We doen daarom eerst wat boodschappen, drinken koffie en bezoeken Edinburgh Castle. Het is een prachtige dag in Edinburgh. De zon schijnt volop en het is weliswaar iets kouder dan eerdere dagen, het is genieten. Alleen jammer dat we vandaag de hele dag met die bagage moeten sjouwen. Wel ontmoeten we Emma en Steven voor een gezellige lunch in het centrum van Edinburgh. Zij hebben ook de laatste dag van hun korte vakantie (het voelt niet als een weekend maar als een echte vakantie).

Als we betalen en willen vertrekken kijken Steven en Emma elkaar aan: we kunnen nu terugrijden naar Glasgow en daar treuren dat de dag voorbij is… Maar we kunnen er ook nog iets moois van maken. Dus wordt onze bagage achterin de Honda gegooid en rijden we naar de kust. Burntisland is de bestemming, alwaar we een ontspannen, leuke dag beleven met zijn vieren. We hoeven niks (ja, vanavond een keer vliegen) en kunnen genieten van het mooie weer en de prachtige omgeving. Het is een wonderschoon einde en een veel mooiere dag dan waar ik op had gerekend. Dat zijn misschien nog wel de mooiste momenten van zulke reisjes… Dat je met mensen die je net hebt leren kennen een ontspannen, gezellige, leuke dag beleefd waaraan alles klopt. Vandaag is dus mooi.

De reis naar huis verloopt voorspoedig, al zit het vliegtuig wel bommetje vol. Rond half twaalf ben ik thuis en kijk ik met een voldaan gevoel terug op een leuke reis.

Kijk, mensen leuteren wel vaker dat internet en social media niet noodzakelijk een positieve invloed hebben om iemands sociaal leven. En dat snap ik best. Je bent helemaal niet zo betrokken bij een Facebook-statusupdate of tweet als bij een gebeurtenis in het echte leven. Maar zonder social media had ik de mensen die ik deze dagen heb ontmoet helemaal niet gekend en was ik er misschien straal langs gelopen. Terwijl nu de basis voor een nieuwe vriendschap is gelegd. Kortom: ik had een erg, erg leuke vakantie in Schotland. Mocht dat nog niet duidelijk zijn.

1 reactie

Geef een reactie