Ik kan niet wachten tot ik kan beginnen bij mijn nieuwe baan, maar bijna twee weken even niks, dat is ook wel eens fijn. Dat geeft me een beetje de tijd om te reflecteren op wat ik tot nu toe heb gedaan en wat ik wil doen. Ik ben nu 25, immers, eerste baan achter de rug en op het punt om met de tweede te beginnen. Toegegeven, ik ben geen wereldburger die in London rustig aan zijn vijfde roman pent, maar ik zit wel op een carrièrepad wat me wel bevalt. Ik heb leuke vrienden en een leuk leven, al vergeet ik dat af en toe. Kortom, ik zal niet worden opgenomen in een boek met bijzondere levens, maar klagen mag ik zeker niet.
Blijkt dat Susanne Sundfør gewoon ook 25 is. Op het podium van Roepaen stond ze vrijdagavond in haar eentje sterk te zijn. Tussen de nummers door praat ze zacht, enigszins verlegen zelfs. Af en toe raakt ze op dreef en maakt ze een grapje. Over een nieuw nummer dat nog geen titel heeft (eerst bijna ironisch “yea, so that’s exciting!” om er schalks aan toe te voegen: “maybe I won’t even give it a title”).
Zodra ze echter begint te zingen is ironie ver te zoeken en is er alleen maar schoonheid: ze betovert. Dat is het enige woord dat ik er voor heb. Ze is vijfentwintig, maar ze is van alle tijden en ongelooflijk indrukwekkend. Die stem. Live nog veel mooier dan op plaat. Als ze staat te spelen straalt ze kracht uit, om die daarna weer even te laten gaan tot het volgende nummer begint.
Uiteindelijk gaat het natuurlijk om de muziek. Susanne speelt vooral werk van haar album The Brothel, waarin naast met prachtige melodie ook met duistere effecten wordt gespeeld. In het voorprogramma van Thomas Dybdahl in april had ze een complete band bij zich, nu vertrouwt ze op haar eigen vakkundigheid en mooie lichteffecten. Dat blijkt bijna net zo goed te werken – misschien is het zelfs beter voor de kleine nightclub in Roepaen. Sundfør zet een mysterieuze sfeer neer, al zijn er ook lichtere momenten gedurende de set. Dat is dan met name wanneer Sundfør ouder werk speelt. Die nummers klinken jonger, aardser zelfs. Susanne worstelt af en toe met de piano van Roepaen (“it has got a will of its own”), maar dat voegt alleen maar extra spanning toe aan het optreden.
De nummers van haar volgende plaat (getiteld The Silicon Veil) klinken – in de uitgeklede setting althans – als een logisch gevolg op The Brothel. Ook speelt Susanne een cover van Radioheads laatste album. Susanne scheurt net zo heerlijk tegen het valse aan als Yorke dat in het origineel van Codex doet. Ik vind persoonlijk dat Susannes stem veel mooier is dan Thom Yorkes vocaal, maar daarmee stoot ik vast wat mensen tegen het hoofd. De avond wordt afgesloten – terecht – met de wonderschone titelsong van haar actuele album. Met dit nummer wordt wat mij betreft aan alle verwachtingen voldaan.
Na een korte pauze keert Susanne nog een keer terug voor een plichtmatige encore. Er zijn maar veertig, vijftig mensen maximaal vanavond, maar een nummer wil ze nog graag spelen. Daarna verkoopt ze haar cd / lp bij de uitgang van de nightclub. Als ik mijn lp afreken en vertel dat we haar in april hebben gezien ben ik een beetje starstruck. 25 is ze, net als ik, maar zoveel meer getalenteerd. En ondergewaardeerd buiten de eigen landsgrenzen (net als… laat maar). Maar daar komt hopelijk gauw verandering in. Het is niet de makkelijkste muziek, maar wel oh zo mooi. Ik ben fan.
http://www.youtube.com/watch?v=wlFrJrGHbDw