2012 voelt als een jaar waarin dingen kunnen veranderen en we een normale overheid kunnen krijgen – bijvoorbeeld. Maar we mogen pas in 2015 weer naar de stembus (tenzij…) en de crisis lijkt het nieuws nog jaren te beheersen. Terwijl die hele crisis mij nauwelijks raakt. Iedereen maakt zich meer zorgen, inclusief ondergetekende, over hoe fout alles kan gaan. Er moet efficiënter gewerkt worden wellicht, harder zelfs. Er moet gevochten worden voor bestaansbehoud in de zakenwereld. Dat ook wellicht. Maar verder kan ik nog steeds grotendeels zelfstandig wonen (gedeelde badkamer, maar ja, wat wil je met de huurprijzen), leuke dingen doen en normaal eten. Komt er een tijd dat zelfs dat opletten geblazen wordt? Ik hoop het niet natuurlijk, maar ik realiseer me ook dat er genoeg mensen zijn die al minder geluk hadden en nu nog steeds niet goed rond kunnen komen.
2012 wordt niet het jaar waarin we ons geen zorgen hoeven te maken. De terroristische dreiging lijkt ingewisseld voor een economische, in ieder geval in de media. En dan worden we straks ook nog eens geen kampioen met voetbal. Het zit Nederland ook niet mee. Het is eenvoudig om dingen te relativeren, soms, maar wanneer moet je stoppen met relativeren (“Nederland heeft het zo slecht nog niet”) en oprecht zorgen beginnen te maken. Zoals de Occupy-demonstratie (zooo 2011, trouwens) naast mijn nieuwe werk al weken niet meer groeide of tekenen van leven vertoonde: wanneer moet je de zaak laten voor wat die is en wanneer moet je blijven strijden?
2012 heeft alles in zich om een vreemd jaar te worden. Maar hopelijk wordt het niet een jaar van teleurstelling, van onvrede en van pech. Zullen we er maar met zijn allen iets moois van gaan maken?