24: Miniatuurtjes om van te huilen

Op 27 februari 2012 keek Stefan toevallig op zijn Last.fm-profiel om te zien welke cd’s hij nu eigenlijk het vaakst had geluisterd sinds 22 september 2004 – de dag dat hij lid werd van de muziekstatistieksite. In de hoop nu eindelijk eens uit te leggen waarom de muziek in kwestie hem nu zo dierbaar is, loopt hij op ditisstefan.nl de top 25 langs.

24. Kate Walsh – Light & Dark (2009)

Een beetje jammer als ik eerlijk ben. Heb ik vorige week waarschijnlijk het meest depressieve album van een mannelijke artiest uit deze top 25 besproken, is de volgende aflevering meteen het meest depressieve album van een vrouwelijke artiest. Doe je niks aan…

Voor mij zijn deze eerste afleveringen misschien nog wel het meest interessant – terwijl ik toewerk naar de onvermijdelijke nummer 1. Light & Dark zou namelijk nooit bij mijn desert island discs horen. Maar het album moet hier wel in de spotlight – het is immer nummer 24. Dus forceert het mij na te denken wat ik eigenlijk waardeer in dit album… Het is geen perfect album, maar het zijn de momenten waarop het album je overvalt, die het de moeite waard maken.

De opening wordt gevormd zeegeluiden vermoedelijk opgenomen aan de Britse zuidkust. De instrumentatie is hier schaars, accordeon, gitaar en zang, in eerste instantie. Later: strijkers. Kate Walsh opent met een liedje (As He Pleases) over een geliefde die we alleen maar kunnen omschrijven als een eikel: “And they are wrong when they tell me I’d do better just to leave him. ‘Cause he takes me to a place that I can breathe in, but all that I can do is watch him leaving.” De strijkers verhogen het drama tegen het eind, maar feit is dat het liedje zonder die extra violen net zo hard zou binnenkomen en misschien nog wel harder.

Het nummer wordt gevolgd door het nummer wat in eerste instantie mijn aandacht trok: Trying – met een gastoptreden van Turin Brakes. Een duet is het ook, niet van het wonderschone soort, maar van het “we zingen bijna alles samen“-principe. Later horen we Olly van Turin Brakes nog een keer, nu wel in een ‘wonderschoon-duet’ getiteld The Greatest Love. Wat overigens meer pijnlijk dan cheesy is (ondanks de titel).

Waar je je op verkijkt bij Kate Walsh, is het leed dat onder de soms wat zoete productie en lieve vocalen schuil gaat (This is getting silly now, I have to walk away / close the door behind me and look the other way, but you don’t know how hard, you don’t know hard it is”). Het is luistermuziek met leed, wat ook op de titeltrack nog maar eens duidelijk wordt (“I left you for another man and he doesn’t deserve me, I know this inside. But he holds my heart between light and the dark. And I, I wish it was you”).

Er zijn wel lichtere momenten, uitstapjes naar pop (singles, zo u wilt). June Last Year (hier in rustige akoestische live versie), 1000 Bees en Be Mine geven het album wat punch, maar voorkomen niet dat de aandacht tegen het einde wat verslapt. Begrijp me niet verkeerd, op dagen dat je je onbegrepen voelt, maakt de plaat meer dan genoeg indruk, maar truth be told mist Walsh op sommige momenten net het karakter om de plaat – voor mij – tot een meesterwerk te verheffen. Dat neemt niet weg dat Walsh erg sterke miniatuurtjes kan maken, die je overvallen op momenten dat je ze nodig hebt. Van de intensiteit moet je houden, maar uiteindelijk is voor gekwelde zielen Kate Walsh het ultieme medicijn: realistisch, eerlijk en soms hard – maar alles overgoten met een heerlijk zoete stem en instrumentatie. En iedereen heeft een klein meisje in zich dat daar gevoelig voor is, toch? Of ben ik de enige?

Geef een reactie