19: Een stroom van muziek naar het hoofd

Op 27 februari 2012 keek Stefan toevallig op zijn Last.fm-profiel om te zien welke cd’s hij nu eigenlijk het vaakst had geluisterd sinds 22 september 2004 – de dag dat hij lid werd van de muziekstatistieksite. In de hoop nu eindelijk eens uit te leggen waarom de muziek in kwestie hem nu zo dierbaar is, loopt hij op ditisstefan.nl de top 25 langs.

19: Coldplay – A Rush Of Blood To The Head (2002)

Jaren geleden, toen ik bandjes als Turin Brakes, I Am Kloot en Kings of Convenience pas net had leren kennen, sprak een goede vriend nadat Coldplay was doorgebroken: “Misschien is er in Engeland wel een complete stroming van bandjes die dit soort muziek maakt.” Met “dit soort” bedoelde hij volgens mij “op melodie gerichte gitaar- en pianomuziek met vrijwel uitsluitend “echte” instrumenten waarop je niet kunt headbangen.”

Tien jaar later mogen we concluderen dat er inderdaad een heleboel bandjes zijn die dat soort muziek maken. Maar met de oren (en kennis) van nu luisteren naar de muziek van toen, is in dit geval moeilijker dan ooit. Hoewel Parachutes zich in de jaren ervoor (in Nederland) had ontwikkeld tot een sleeper hit zou met dit album de doorbraak pas echt komen. Ik heb wel eens beweerd dat het mooiste moment uit de Coldplay-discografie aan het begin zit… Opener Don’t Panic op debuut Parachutes is voor mij essentiële Coldplay-muziek. Toch staat Parachutes niet in mijn top 25, en A Rush Of Blood To The Head wel. Misschien omdat Coldplay me daarna gewoon niet meer zo hard wist te raken – en dat ik Parachutes pas veel later zou beluisteren…

A Rush of Blood To The Head begint zelfverzekerd, met de relatief harde opener Politik. Dat was even schrikken op Sinterklaasavond 2002, toen ik de cd van mijn ouders kreeg – met slechts The Scientist en In My Place als referentiepunt. Maar dan wel dat mooie einde Well give me love over, love over, love over this… En daarna volgen nog heel veel mooie nummers.

Voor mij is A Rush of Blood To The Head, door de bank genomen, een album over reageren. Gewoon reageren op een situatie zoals die zich voordoet. Misschien in een opwelling (gedurende a rush of blood to the head), misschien juist extreem doordacht, maar in ieder geval reageren omdat er altijd iets gebeurt – en daarna de consequenties daarvan accepteren. Dat vooral ook. In My Place, de lead single van het album (en track 2) is een reflecterend nummer (I was lost, oh yeah), waarbij derde track God Put A Smile Upon Your Face (een hoogtepunt op de cd) in ieder geval ook de realisatie bevat dat we allemaal twijfelen over onze positie en functie in deze wereld (Where do we go, nobody knows?).

Hierna volgen nog twee singles The Scientist – wat een mooi nummer blijft – en het altijd vals meezingbare Clocks. Door de enorme airplay die deze nummers de afgelopen jaren hebben gekregen, is het voor mij moeilijk om ze nog te zien als persoonlijke belevingen. Het zijn nog wel de nummers die ik ken, maar ze zijn veralgemeniseerd. Ze zitten in films, series, kookprogramma’s, radioshows, talentenjachten en in de wachtrij aan de telefoon. Er komt een moment dat deze nummers me opnieuw gaan veroveren, maar nu nog niet.

De tweede helft van de cd is in die zin ook interessanter, want iets onbekender. Daar staan namelijk minder singles op – al vergeet ik daarbij heus niet dat er miljoenen en miljoenen exemplaren van deze cd zijn verkocht. Drie nummers wil ik hier nog aanhalen.

Warning Sign – wat mij betreft de blueprint van een ouderwetse Coldplay-kraker. Wederom een nummer met een spijtgehalte – I’ve gotta tell you in my loudest tones, that I started looking for a warning sign when the truth this that I miss you. Om te eindigen met het extreem breekbare So I crawl back into your open arms. Dit nummer bereikt me vooral op de momenten dat ik terugkom van een lange reis, ’s avonds laat… Vakanties, stedentrips of gewoon een hele lange dag onderweg. Daar gaat het nummer niet om, maar  voor mij heeft het door de jaren heen die functie gekregen. Het einde kan ik niet anders omschrijven dan soothing.

A Rush Of Blood To The Head dan, het titelnummer waarin alles samen komt: getting it done and over with, om het zo maar te zeggen. Het gaat niet om een schutter die denkt “nu ga ik een pistool kopen en een oorlog beginnen”, maar om “nu ga ik HET gewoon doen en als het fout gaat heb ik het in ieder geval gedaan.” Geen what ifs of maybe, maar gewoon a rush of blood to the head en gaan met die banaan – of het nu slim is of niet. Met de heerlijke Engelse uitdrukking Start as you mean to go on (begin ermee alsof je er al – succesvol – mee bezig bent) als conclusie.

So meet me by the bridge, meet me by the lane
When am I gonna see that pretty face again?
Meet me on the road, meet me where I said

Blame it all upon a rush of blood to the head

Ideale afsluiter van de plaat, zou je zeggen, ik hou sowieso wel van platen die eindigen met de titeltrack. Maar Coldplay plakt er nog een slotepos achteraan: Amsterdam, en dat spreekt mij als Nederlander natuurlijk aan. Een nummer dat Amsterdam heet! Dat ken ik! Dat is in Nederland! Jammer genoeg bleek het nummer niet over Amsterdam te gaan, maar was het slechts daar geschreven.

Eerdere afleveringen uit deze rubriek staan hier.

Geef een reactie