Het voorprogramma van vanavond is John Smith. Niet echt de meest onderscheidende naam en dus grap ik maar dat het hier de Engelse broer van de Volendamse zanger betreft. Dat lachen vergaat me al snel. John Smith blijkt namelijk niet alleen een zanger van wonderschone liedjes, hij kan ook nog eens heel goed gitaar spelen (hier overigens een hele leuke cover van Christina Aguilera’s Genie In A Bottle, die ie in Nijmegen overigens niet speelde). In Engeland is Smith naar eigen zeggen “a big deal”, maar of we de toch best charismatische man op zijn woord moeten geloven, wordt tijdens de set niet duidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat het publiek grotendeels aandachtig luistert naar de mooie muziek van de man. Een van de hoogtepuntjes is Winter, waarin John zijn gitaar tegelijk als ritmisch en melodisch instrument gebruikt, hier in sessieuitvoering:
Zo weet Smith in de korte tijd die hem is gegeven op mij behoorlijk indruk te maken. Hij keert terug als muzikant in de band van Lisa later op de avond, maar hij staat ook in zijn eentje zijn mannetje en gaat moedig de interactie met het (sceptische) publiek aan. Op een gegeven moment leent hij zelfs tien euro van iemand op de voorste rij. Het briefje wordt tussen de snaren gefrommeld, wat een speels geluideffect oplevert. Het zijn dit soort dingen die Smith boven de middelmaat uittillen en tot een boeiende live-ervaring maken. Van harte aanbevolen dus voor liefhebbers van mijn bijvoorbeeld Ray LaMontagne, James Vincent McMorrow en – jawel – Damien Rice.
Na een te lange pauze tussen support act en hoofdprogramma, komt iets na half tien dan eindelijk Lisa Hannigan het podium op. In haar eentje speelt ze Little Bird, wat eerder aanvoelt als een encore dan als de opener van de avond. Haar stem varieert van fluisterend tot krachtig maar is altijd subtiel. Na de opener verschijnt de rest van de band – met dus ook John Smith. Naast de gebruikelijke drums-bas-gitaar-piano-setup is er ook ruimte voor een accordeon en trompet, waardoor er net iets meer lagen in de muziek komen – net als op de cd eigenlijk.
De opbouw van het concert is slim. Hoewel de stemming nooit uitbundig wordt, zit er wel degelijk een opbouw in de set van stil naar, ehm, iets minder stil. Nummers als An Ocean And A Rock en Flowers (de bonustrack van Passenger die ik nog niet kende), zijn boeiend maar niet bepaald uptempo. Lille blijft een van mijn favoriete nummers van Hannigan en is voor mij persoonlijk dan ook een hoogtepunt. Ik vind de achtergrondvocalen van Smith niet bij ieder nummer even goed tot zijn recht komen, maar een kniesoor die daar op let.
Pas het laatste kwartier gaan we echt los. Met I Don’t Know wordt de dynamiek van de bezetting pas echt ten volle benut en afsluiter What I’ll Do mag de vrolijkste noot van de avond genoemd worden. Vrolijker dan dat wordt het eigenlijk niet en zelfs het leuke Knots komt minder goed uit de verf dan het speelse, bij vlagen reggae-achtig gezongen What I’ll Do. Kan het publiek toch nog een beetje dansen.
De plichtmatige encore heeft het publiek met de enthousiaste respons deze avond wel verdient. De band proost eerst met plastic bekers whiskey (vermoedelijk) op de overleden Levon Helm. In Amsterdam (hier) speelde de band al een eerbetoon aan de aan kanker overleden drummer en zanger van The Band en hier in Nijmegen wordt dat eerbetoon nog eens dunnetjes overgedaan. En het moet gezegd worden, het is indrukwekkend om de bandleden om beurten een deel van The Night They Drove Old Dixie Down te horen en zien zingen. Knots valt daarna een beetje weg – iets te veel gestamp en geweld na dit mooie intieme moment, maar we mogen concluderen dat de avond mooi is geweest en dat de week goed is begonnen. Veel mooier worden maandagavonden niet.