16: Nick Drake – Pink Moon (1972)
Verreweg het oudste album in de lijst, Pink Moon, is moeilijk te vatten in een titel van een blogpost. Onbegrepen zielenschetsen is mijn twijfelachtige keuze, want hoe onbegrepen Drake ook mag zijn geweest bij leven, inmiddels wordt Drake op handen gedragen door iedereen van Brad Pitt tot Volkswagen. Dat doet er allemaal niet toe als je de drie studioalbums luistert die Nick eind jaren zestig en begin jaren zeventig maakte. Pink Moon is een prachtige plaat, in twee sessies opgenomen rond middernacht in de herfst van 1971 en ik ben van mening dat je dat terughoort.
The music on Pink Moon is sparse and unadorned (especially in comparison to Drake’s previous recordings), leading some to consider it to be the least accessible of his three albums, though it nevertheless continues to be regarded by many fans and music critics as his greatest work.
Er staat veel onzin op Wikipedia, maar het staat – voor mij – buiten kijf dat Nick Drakes laatste ook zijn mooiste plaat is. Hoewel het niet de plaat is die ik als eerste kocht, is het wel de plaat met de mooiste tokkelpartijen en de mooiste melancholische teksten.
Nick Drakes naam valt tegenwoordig al gauw als je akoestische gitaarmuziek luistert. Zo gaven de Kings of Convenience in een interview te kennen dat ze vaak met Drake werden vergeleken in hun beginjaren, maar nog nooit van hem te hebben gehoord. Nadat de vergelijking terug bleef komen, besloten ze de muziek van de man toch maar eens op te zoeken. Ironisch kwam ik dankzij de Kings of Convenience voor het eerst bewust in aanraking met Nick Drake, al zou het jaren duren voordat ik daar achter kwam.
In de tijd van Napster was het voor mij niet genoeg om alleen de cd’s te hebben en zocht ik op de muziekuitwisseldienst naar wat ik toenertijd omschreef als “zeldzame nummers”. B-kantjes dus, of onuitgebracht maar wel gelekt werkt. Zo ontdekte ik een aantal mooie Kings of Convenience-liedjes (Days I Had With You en Brave New World), maar kwam ik ook in aanraking met mislabeling.
Mislabeling: liedjes met een verkeerde titel en artiest. Jens Lekman schijnt er groot mee zijn geworden door het effectief mislabelen van zijn muziek. Ikzelf vond hierdoor een aantal juweeltjes, maar ook nummers van dubieuzere kwaliteit. Van wie “I Am Kloot – I Wannabe Alone.mp3″ is, weet ik nog steeds niet, maar “Kings of Convenience – Free Ride.mp3″ kon ik jaren later eindelijk plaatsen. Ik had Five Leaves Left en Bryter Slater al verslonden en was het bestaan van Kings of Convenience – Free Ride.mp3 al bijna vergeten. Bleek de titel ook niet te kloppen. Het was niet eens Free Ride van Nick Drake, maar het nummer ervoor: Parasite, vermoedelijk het meest depressieve nummer op Pink Moon.
Nu is het sowieso geen vrolijke cd: dit is nachtmuziek en dan niet die van het “wat een mooie zomeravond”-type. Waar Drake op Five Leaves Left en Bryter Slater regelmatig enorm zelfverzekerd klinkt en in een enkel geval zelfs gebruik maakt van achtergrondstemmen, zijn op Pink Moon alleen nog Nick en zijn gitaar te horen (de korte pianosolo op de openingstrack uitgezonderd). Dat maakt de muziek overigens niet minder mooi. Vrijwel alle nummers zijn ondanks hun donkere tekst uiteindelijk op mooie wijze uitgevoerd. De gitaarpartijen zijn technisch interessant genoeg om de luisteraar te boeien en Nicks zachte stem fluistert bij tijd en wijle de mooie zinnen. Wellicht kunnen we ruziën over mijn stelligheid dat Pink Moon Nicks beste plaat is, maar we mogen in ieder geval concluderen dat Pink Moon het ene uiterste is van zijn oeuvre (depressief, kaal) en Bryter Slater het andere (bijna poppy, muzikaal rijk). Five Leaves Left (de eerste van de drie studioalbums) houdt het midden daartussen en is in die zin het ideale beginpunt voor wie Drakes platen nog niet heeft geluisterd en ergens moet beginnen. Maar Pink Moon is indrukwekkender, omdat het intiem, eenzaam en spaarzaam is. Niets doet eraan denken dat dit een cd is die uitgebracht moet worden of de hitlijsten moet bestormen. De donkere materie van de teksten blijft dusdanig vaag is dat het moeilijk wordt te vertellen waar de nummers “echt over gaan”, maar dat Drake al geen vrolijke jongen meer was tijdens het inspelen van Pink Moon moge duidelijk zijn. Wellicht nog de meest directe tekst horen we op Place To Be:
And I was green, greener than the hill
Where flowers grew and sun shone still
Now I’m darker than the deepest sea
Just hand me down, give me a place to be
Toch zijn het de woorden van het eerste nummer van Nick Drake dat ik ooit hoorde de woorden die voor mij Drake het beste samenvatten. Ik heb in mijn leven veel depressieve muziek gehoord en geluisterd, maar veel depressiever dan Parasite a.k.a. Kings of Convenience – Free Ride.mp3 wordt het niet. Ik identificeer mezelf wel met clowns. Niet dat ik mijn gezicht dagelijks schmink, maar wel dat ik mensen altijd probeer te vermaken en te laten lachen – ook al ben ik zelf niet vrolijk. Vandaar dat de tekst van Parasite altijd veel indruk op mij heeft gemaakt.
Lifting the mask from a local clown
Feeling down like him
Seeing the light in a station bar
And travelling far in sin
Sailing downstairs to the Northern Line
Watching the shine of the shoes
Hearing the trials of the people there
Who’s to care if they loseTake a look you may see me on the ground
For I am the parasite of this town
Een krap half uur en Pink Moon is afgelopen. In die tijd passeren er diverse vormen van melancholie, depressie en onbegrip de revue. Onbegrepen zielenschetsen, noem ik het dus maar. In Parasite wordt het dieptepunt bereikt (met weer een wonderschone gitaarpartij, dat dan weer wel). De dagen dat ik mij identificeer met Parasite zijn mijn slechte dagen en die komen gelukkig niet al te vaak voor. Op de andere dagen staat deze plaat gewoon op eenzame hoogte in mijn collectie vol met mooie liedjes. Om even een half uur alleen maar naar te luisteren. En verder niks.
Eerdere afleveringen uit deze rubriek staan hier.