In principe zou ik nu de EK-wedstrijden van het weekend moeten nabeschouwen in “Nabeschouwingen” maar dan zou ik daar weer niet kunnen praten over mijn feest en die twee dingen overlappen. Dus dan maar zo. Feest was leuk en gezellig, het resultaat van de wedstrijd Nederland – Denemarken (0-1) was dat niet. Het mocht de pret niet drukken en dat heeft het ook niet gedaan, maar het was toch een beetje een domper dat Nederland meteen verliest. Terwijl ik net klaar was voor wat oranjegekte de komende weken. Hopelijk revanche tegen Duitsland aanstaande woensdag. Daarnaast nog wat andere wedstrijden (ten dele) gezien… Duitsland – Portugal (niet boeiend genoeg om niet ook te kletsen met feestgangers), Spanje – Italië (leuk!) en Ierland – Kroatië (eenzijdige vertoning). Zaterdag ook nog leuke cadeaus gekregen – naast een paar toffe boeken een dubieus functionerende mini-barset. Cassis over de vloer, dan weet u het wel. Maar uiteindelijk werkte ‘ie.
Om dan toch even twee seconden langer stil te staan bij Oranje – omdat het kan: Van Persie is 10x meer voetballer dan Huntelaar, doet dingen waar Huntelaar van kan dromen, maar Huntelaar kan bij Oranje blijkbaar beter afmaken (hoewel ie dat zaterdag dus ook niet liet zien). Ik heb altijd in Huntelaar geloofd – ook toen het even wat minder ging – en was zelfs een tijd oprecht gebruiker van de frase “Huntelaar had hem gemaakt.” Nu gebruik ik die zin slechts cynisch – om aan te geven hoe vergankelijk lof en kritiek is in de voetballerij. Zolang Kuyt alleen op de bank hard werkt, Afellay langer dan een uur kan voetballen zonder moe te worden en Mathijssen het in ieder geval niet slechter doet dan Vlaar, maakt het mij weinig uit. Ze moeten die kansen er gewoon inleggen en dat lukt tegen Duitsland sowieso. Tegen Duitsland is de motivatie misschien nog net wat groter. Moeten ze wel die kansen kunnen creëren, maar dat zou toch zeker moeten lukken… Ik geloof er nog in hoor…
Op Joris M., verdediger, heb ik het nooit zo gehad, maar toen ik hem vandaag even op tv zag, dacht ik “Hee, Joris is vrolijk!” en toen werd ik zelf ook een beetje vrolijker. Dat effect heeft ie in het veld nooit op mij gehad, dus vooruitgang is geboekt. Als hij gewoon geen grote fouten achterin – of voorin (WK-finale anyone?) maakt, dan krijgt Joris van mij al een ruime voldoende. Ooijer staat er in ieder geval niet meer naast. Niets staat mij nog in de weg om met nostalgische gevoelens terug te denken aan de tijd dat we met kromme tenen Ooijer zagen terugsprinten om zijn eigen fout te herstellen. Mooi was die tijd.
Zondag in de tuin gewerkt – toen was het weer ineens wel weer lekker (en nu niet meer) EN nog samen gegeten EN nog op bezoek geweest. Weliswaar allemaal niet geheel topfit, maar dat mag ook na een feestje, denk ik. En toen begon de werkweek weer en moest ik concluderen dat ik het niet zo goed doe in de EK-pool op het werk.
En toen kwam ik een webpagina tegen die het mooie en lelijke van internet in een beperkt aantal pixels wist te vangen. Daarmee verlaat ik u voor vandaag.
Zo mooi.