[Portugal 2012]: Wandelen enzo

Van 13 tot en met 20 mei zat Pimfandischasjo in Portugal. Dit is Stefans verslag. Deel 1 staat hier.

Ik ben op tijd wakker – half 9 – maar niet te vroeg. In dit voorseizoen zijn de nachten prima te doorslapen. De kamer is warm, maar niet zo warm dat de ventilator aan moet. Wel staat de zon op mijn kant ’s morgens, waardoor lang uitslapen niet echt mogelijk is. Vanaf een uurtje of acht, half 9 sla ik dan ook mijn boek open en lees ik verder in Moonwalking With Einstein. Als ik buiten mijn deur gestommel hoor, ik slaap naast de trap, sta ik ook maar op. Net op het moment dat ik mijn hand naar de klink beweeg, vliegt mijn kamerdeur over. Ik doe wat iedere ninja zou doen: ik deel een karatetrap uit, waarmee ik één van de twee daders, Knoert, vol raak op zijn arm. Mischa ontspringt de dans, waarna we in redelijke harmonie het ontbijt aanvangen.

Het verschil met Slovenië is groot: hier geen tienduizend wespen die ons lastig vallen. Daar komt bij: zelfs de zon is afwezig op deze ochtend. Die schijnt achter de wolken. Dus vatten we het plan op om te gaan wandelen, terwijl we het brood goedkeurend verorberen. De Portugese meneer in het winkeltje sprak geen Engels en weigerde in eerste instantie te geloven dat Knoert een heel brood wilde kopen, maar uiteindelijk krijgt Knoert het brood mee en gaat het ook daadwerkelijk op.

Voor vandaag is een moderate walk uitgezocht met weinig bescherming tegen de zon maar een mooi uitzicht. Die zon, die is er niet, en hoewel we voor de zekerheid toch maar een Factortje15 in de tas stoppen, nemen we vooral ook onze truien mee. Warm is het allerminst.

We rijden door het Portugese berglandschap op zoek naar het beginpunt van onze wandeling, maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Het boekje – in het huis gevonden – is van dezelfde reeks als het boekje dat ons in Slovenië dikwijls misleidde omtrent de duur van de wandeling, maar toch gingen bij ons geen alarmbellen af toen we zagen dat de wandeling maar een paar uurtjes zou duren. Die paar uurtjes werden al gauw een uur of vijf. In het begin gaat het nog. We lopen door een spookachtig dorp, waar Portugese boeren en boerinnen op het land aan het werk zijn. Spookachtig is het overigens door de mist, op de terugweg is hetzelfde dorp een stuk gezelliger en lopen de kippen en massa over het pleintje. En de zon schijnt. Want die komt door. Eerst nog voorzichtig, maar al gauw enorm fel en ongenadig. Smeren (Factor 15) blijkt nutteloos, want al gauw ben ik verbrand. Factor 15 is voor mij ook veel te weinig en al gauw ben ik zo rood als een kreeft. Trouwe lezers van de vakantieverslagen op ditisstefan.nl weten dat ik wel vaker verbrand, maar nu verbrandde ik heviger dan ooit tevoren. De rest van de week heb ik last van een verbrande nek en armen, draag ik lange mouwen en bij voorkeur een kraag en ben ik genoodzaakt een nieuw hoedje aan te schaffen – waarover later meer.

Modebewustzijn is meer bewustzijn dan mode.
(Mischa, 2012)

Het landschap werkt ook niet mee, overigens. Bovenaan de berg die we beklimmen is weinig beschutting. De enige hoge objecten hier zijn een reeks windmolens. Heeft u wel eens op een windmolen gestaan? Ik wel. Althans, op het trappetje naar het deurtje. Halverwege trektocht langs de windmolens is mijn moraal op zijn dieptepunt, maar gelukkig begint vlak daarna de afdaling en wordt het landschap ook weer interessanter.

Met de belofte van een taverne in het vooruitschiet, krijg ik de moed er weer in en lopen we door. In het boekje dat we gebruiken staan overigens wel meer twijfelachtige aanwijzingen, zoals “bij de geraniums links” en – in het geval van onze wandeling – “go past the very loud dogs”. En loud zijn ze zeker. En massaal. Volgens mij zijn ze van de tokkie van het bergdorp, want het pad langs de tuin ligt vol afval en stinkt. Maar we zijn weer in semi-bewoonde wereld en we gaan nog steeds bergaf dat is ook wat waard. Het dorp wat vanochtend nog kon worden omschreven als “spookdorp” is nu een pittoresk Portugees plaatsje geworden dat op de tractors na nog steeds uit de Middeleeuwen zou kunnen komen, maar verder niet bepaald mysterieus.

De taverne is enigszins een tegenvaller. Dit blijkt een winkeltje te zijn, dat speciaal voor ons opengaat, maar echt gezellig genieten van een verkoelende dorstlesser is er niet bij. Meer winkel dan taverne dus. Maar goed: we mogen niet klagen als het winkeltje speciaal voor ons opengaat.

Al met al is de middag al aardig op zijn eind als we weer bij de auto aankomen en het is tegen vijven als we bij de lokale supermarkt boodschappen doen. Snel worden de inkopen voor de pasta gedaan (iets te snel, want ik pak te weinig pasta), waarna we terugkeren naar het huis. Daar wordt gekookt, gegeten en de rest van de avond gechilld. Van Playstation, tot Portugese tv, tot zwemmen en kaarten: het is een klassiek geslaagde Pimfandischasjo-avond. En aangezien we morgen goed weer verwachten, gaan we morgen naar zee.

Geef een reactie