9: Een donker beest

Op 27 februari 2012 keek Stefan toevallig op zijn Last.fm-profiel om te zien welke cd’s hij nu eigenlijk het vaakst had geluisterd sinds 22 september 2004 – de dag dat hij lid werd van de muziekstatistieksite. In de hoop nu eindelijk eens uit te leggen waarom de muziek in kwestie hem nu zo dierbaar is, loopt hij op ditisstefan.nl de top 25 langs.

9: Elbow – Asleep in the Back (2001)

Inmiddels zitten we in de top 10 van albums die ik de afgelopen tien jaar het meest heb geluisterd. En waar het me lager in de top 25 nog wel eens lukte om analytisch naar een plaat te krijgen, of een plaat te associëren met een bepaalde levensfase, komen we zo langzamerhand bij de platen die ik zo goed ken, dat het moeilijk wordt om er iets over te vertellen. Alsof je een vriend probeert te beschrijven aan een collega. “Ja, hij is gewoon Henk.” Er komt nog wel een verrassing of twee aan, hoor, maar we zijn dus aangekomen bij de Henken van mijn top 25. De stukken worden langer – merk ik ook – doordat ik meer en tegelijkertijd minder te vertellen heb. Meer bijzaak, minder de plaat zelf. Ik weet nog niet of dat de bedoeling is of niet. 

Asleep in the Back komt net als de meeste platen uit dit lijstje uit het begin van deze eeuw. 2001. In 2011 bracht het – eindelijk doorgebroken – Elbow Build a rocket, boys uit. Een melancholische plaat, maar vooral ook een nostalgische plaat. Het komt waarschijnlijk door de leeftijd van de heren. Nostalgie, melancholie en directheid maken de dienst uit. Tien jaar ervoor horen we – als we eerlijk zijn – de melancholie op de debuutplaat. Melancholie, donkere humor en zware thematiek.

(Soms denk ik wel eens dat Build a rocket, boys Elbows manier om te zeggen is “weet je nog dat we Asleep in the Back maakten?”)

Asleep in the Back was de debuutplaat, maar niet het eerste album wat de heren opnamen. Er werd heel veel materiaal door het label geschrapt, waardoor de band al zeven jaar bezig was voordat dit album werd uitgebracht. Je zou er vanzelf mismoedig van worden, wat wellicht de sfeer op nummers als Any Day Now, Little Beast en Bitten By The Tailfly verklaart.

Ik werd er in ieder geval niet vrolijk van, in eerste instantie. Red – de single – was het enige nummer wat ik mooi vond en verder slingerde de cd wat rond op mijn kamer. Pas toen Leaders of the Free World uit kwam in 2005, viel bij mij het Elbow-kwartje (daar hebben we het nog wel over).

Het mooie is dat we op deze single al de grootse Elbow horen. Weliswaar geen opgeblazen muur van geluid hier, maar wel een soaring melodie en een van pijn doordrenkte tekst. Dezelfde sfeer ademt voor mij Powder Blue en spookachtige opener Any Day Now.

De nummers die ik nu het mooist vind, daarentegen, ademen een andere sfeer. Ze houden het midden tussen de melancholie die ik eerder aanstipte, en een zekere mysterie. Nummers als Don’t mix your drinks en Newborn (en ieder nummer dat begint met een zin als I’ll be the corpse in your bath tub, useless… krijgt van mij +1). Zeven minuten duurt dat nummer, waarbij de eerste drie als single zijn uitgebracht. Zonde noem ik dat, want in de vier erna stijgt het nummer naar epische hoogte.

http://www.youtube.com/watch?v=5jECvwTj9bM

Het is de afsluiter die me echter het langst zal bijblijven (hieronder in een mooie live versie). Toegegeven, hier komt voor het eerst die melancholie om de hoek kijken – waarvan ik eerder in dit verhaal zei dat die grotendeels afwezig was… Toch nog – aan het einde van de lange, donkere luistersessie – maar hier is het een antidote, een pijnstiller, en niet het hoofdingrediënt van het gerecht dat Elbow opdient. Als de rest van het album je prima een depressie in kan helpen, trekt Scattered Black and Whites je er weer uit.

http://www.youtube.com/watch?v=KHlQFw33dww

Op sublieme wijze beschrijft Elbow hier jeugdherinneringen, het anker van je leven, de fysieke plek en de state of mind die je een zekere rust geven. En daarom is het ook mijn rustpunt in de discografie van Elbow.

Been climbing trees I’ve skinned my knees
My hands are black the sun is going down
She scruffs my hair in the kitchen steam
She’s listening to the dream I weaved today

Crosswords through the bathroom door
While someone sings the theme tune to the news
And my sister buzzes through the room leaving perfume in the air
And that’s what triggered this
I come back here from time to time
I shelter here somedays

A high-back chair, he sits and stares
A thousand yards and whistles marching-band
Kneeling by and speaking up
He reaches out and I take a massive hand
Disjointed tales that flit between
Short trousers and a full dress uniform
And he talks of people ten years gone
Like I’ve known them all my life
Like scattered black & whites
I come back here from time to time
I shelter here somedays
I come back here from time to time
I shelter here somedays

En dat somt uiteindelijk Asleep in the back op. Het is een album dat vooral de donkere kanten van het leven bekijkt, maar flirt met positivisme. Elbow is uiteindelijk een “menselijke” band. Waar sommige bands een bepaalde kant van het leven weten te belichten, lukt het Elbow op hun beste momenten om het hele menselijke scala te belichten: liefde, wanhoop, depressie, hoop, nostalgie en het donkere beest dat achterin de auto slaapt als je door de nacht rijdt. Niet wetend waar je uitkomt. Soms ligt dat beest daar te slapen en soms wordt het wakker en indoctrineert het je met je ergste angsten. En soms blijft het slapen daar achterin de auto en is een herinnering of wens genoeg om je sluimerende angsten te bezweren.

Geef een reactie