‘Inside Llewyn Davis’ zwelgt heerlijk in zichzelf

Vroeg in de film Inside Llewyn Davis zit een oud folknummer gezongen door acteur (en hoofdrolspeler) Oscar Isaac en Marcus Mumford. Dat kan een reden zijn om je op te winden, totdat je je realiseert dat het hier geen compositie van Marcus betreft, die na twee albums toch een beetje als One Trick Pony de boeken in gaat. Ik hoop dat hij het tegendeel nog gaat bewijzen, maar tot nu toe was Sigh No More een mooi album maar bleek het album erna vooral veel van hetzelfde. Dan is het zelfs best verfrissend dat hij een mooi traditioneel folkliedje zingt in de tweede tien minuten van Inside Llewyn Davis.

We hebben dan al een folknummer gehoord, Hang Me, Oh Hang Me, perfect uitgevoerd door de volledig overtuigende Oscar Isaac. En dan bedoel ik niet in de context van de openingstitels, begeleid door een montage waarin we het hoofdpersonage leren kennen. Nee, als er in de nieuwe Coen Brothers-film een folknummer wordt gespeeld, dan krijgen we het helemaal en wordt er zelden geknipt in de montage. De film begint dan ook simpel en puur, met Llewyn die Hang me, Oh Hang Me speelt. Slechts af en toe sijpelt het geluid van de bar door op de achtergrond. Geen waarneembare autotune, geen instrumenten die niet op het podium mee staan te spelen. Dit lijkt een film van folkliefhebbers, voor folkliefhebbers. En anders heb je niks te zoeken bij deze film?

photo-09

Nee, want de film heeft meer te bieden dan de muziek, maar als je niet van folk houdt, zitten er wel veel momenten in de film waar je naar het toilet kunt, zullen we maar zeggen. Want aan halve folknummers doet de film niet. Het tempo ligt niet echt hoog, er zitten geen extreme spanningsbogen in en het verhaal krijgt geen Hollywood-draai en wordt zonder opsmuk in grauwe tinten gepresenteerd. Het kabbelt allemaal maar een beetje voort. En als je dan ook één verwijt kunt maken aan Inside Llewyn Davis, dan is het dat de film wel heel erg zwelgt in, ja, de film en het leven van de (overigens fictieve) worstelende folkzanger in de jaren ’50.

Want het zit Llewyn niet mee: zijn muziek levert niks op, hij heeft of maakt ruzie met iedereen die hij tegenkomt en slaapt bij diezelfde mensen noodgedwongen op de bank, bij gebrek aan woonruimte. Hij is zoekend, zowel letterlijk als figuurlijk. En dat buit de film ten volle uit. Niet voor niets heet de film Inside…: de zoektocht is vooral ook een innerlijke.

Maar er zijn ergere dingen waar een film over kan gaan. Zeker als dat innerlijke leven wordt beïnvloedt door een blik vol kleurrijke personages, gespeeld door onder andere John Goodman, Justin Timberlake en Carey Mulligan, die allemaal geen blad voor de mond nemen. Vol klassieke, sterke dialogen (met name Goodman blinkt uit op dit gebied). Ook leuk: het voor mij in ieder geval herkenbare echtpaar van middelbare leeftijd dat de hoofdpersoon steevast neerzet als de “musician-friend” en die hem keer op keer vergeven omdat hij de droom nastreeft. Dat heeft dus ongemakkelijke maaltijden en scènes tot gevolg – en humor. Deze scènes geven de film een luchtig, swingend karakter waar de film ook een depressieve bedoeling had kunnen zijn. En het kleurrijkste personage is de kat. De kat is briljant en zorgt voor de echt hilarische momenten. Zodat je uiteindelijk zelfs om alle tegenslagen van Llewyn lacht.

Uiteindelijk is Inside Llewyn Davis een heel erg toffe film. Misschien net iets te veel folk en iets te weinig plotgedreven om iedereen te overtuigen, maar zonder twijfel vol liefde gemaakt en vol tedere en grappige momenten. Mannen die stiekem dromen van iedere avond op een andere bank te slapen omdat je geen woonruimte kunt betalen, tien keer op je bek gaan en toch mooie liedjes spelen en de 9 to 5 koste wat kost vermijden, komen hier helemaal aan hun trekken. Dus ga dat zien. Prachtig hoor.

http://www.youtube.com/watch?v=LFphYRyH7wc

Geef een reactie