Jaarcompilatie 2014: vijf albums die ons bijblijven (+ vijf liedjes)

Net als voorgaande jaren wordt er ook dit jaar op Incognitief weer uitgebreid aandacht besteed aan het jaar dat achter ons ligt. Wat waren de meest memorabele sportmomenten? Welke films en televisieseries  mag u niet gemist hebben? En wat waren de literaire hoogtepunten van het jaar? U leest het gedurende de laatste dagen van 2014 hier op Incognitief. Met vandaag: 2014 in vijf albums en vijf liedjes.

Auteur: Stefan Meeuws

Wie luistert zoveel muziek dat ‘ie oprecht kan roepen: dit zijn de beste albums van 2014? Zelfs al neem je lijstjes van andere critici als basis, dan nog is er de kans dat je de boot mist. Natuurlijk heeft Run The Jewels een snoeiharde, goede plaat gemaakt. Maar ja, ik heb er toevallig maar twee liedjes van beluisterd. Daarom pretenderen we hier niet de best gemaakte of beste albums van 2014 op een rijtje te hebben staan, maar wel vijf albums die we gerust kunnen meenemen naar 2015. Omdat ze zelfs weken en maanden na hun verschijning nog steeds boeiend zijn.

Nick Mulvey – First Mindrsz_nm_first_mind_packshot

Op het eerste gehoor houdt de muziek van Nick Mulvey het midden tussen Ben Howard, Fink en José González. Maar waar met name die laatste twee artiesten grossieren in (hypnotiserende) herhalingen en spanningsopbouw, vormen de tokkelritmes van Nick Mulvey slechts een uitgangspunt voor zijn muziek. Door wereldse invloeden – Mulvey studeerde in Cuba en speelde jazz bij het Portico Quartet – klinkt de muziek veel minder Engels dan je verwacht en staan er zelfs ontzettend spannende nummers op de plaat – die verder toch met een heel minimaal arsenaal aan instrumenten is opgebouwd. Nitrious verwijst ineens naar 90’s klassieker You’re Not AloneCucurucu is zijn interpretatie van het gedicht Piano van D.H. Lawrence… Als je niet van dit soort muziek in slaap valt, dan blijf je er door al die kleine verrassingen ook echt wakker door…

St Vincent – St Vincent

Zowel live als op plaat heeft St Vincent, aka Annie Clark, een soort verslavende werking die je wel of niet snapt. Je hebt dan ook twee soorten mensen: mensen die niet zo gauw naar een St Vincent concert gaan… En mensen die als kind maar van hun bed bleven springen met hun dekbed omgeknoopt in de hoop dat ze dit keer wel zouden vliegen. Voor dat soort mensen is St Vincent de ideale artiest en St Vincent de ideale plaat. De muziek lijkt niet echt toegankelijker, maar is dat door de bank genomen wel. Wie door de in eerste instantie wat vage klanken heen luistert, hoort een uiterst fijn gitaaralbum met dansbare invloeden. Blijken Birth In Reverse en Digital Witness ineens catchy nummers met fijne refreintjes en mega goed gitaarspel van Clark zelf. Laat je dus niet afschrikken door de vage teksten en het grijsgeverfde haar. Dit is een topalbum.

Taylor Swift – 1989

Grapje toch? Nee, hoor. Taylor Swift doet haar best om haar countryimago volledig achter zich te laten: ze is haar own woman geworden en van de clips tot de polaroids bij de deluxe-editie van het album: het is allemaal precies bedacht door Swift – of zo moet het in ieder geval voorkomen. Op geen enkel moment lijkt het alsof er een uitgekiend managementteam zit dat haar imago, liedjes en kledingkeuze bepaalt. En daarmee schept ze de volledige illusie van popprinses of zelfs koningin. Of ze het nu allemaal zelf doet of niet: het klopt allemaal in Camp Swift deze tijden: van de katten tot de steken onder water die ze uitdeelt op 1989, het klopt. Wie haar carrière ook maar een klein beetje heeft gevolgd in de afgelopen vijf-zes jaar, kan niet anders dan heel veel respect hebben voor de Taylor Show. 1989 is de beschaafde popkroon op het hoofd van Taylor Swift, waarbij het haar is gelukt een popplaat met eigen identiteit te maken. En dat terwijl ze met dezelfde producers werkt als alle andere popartiesten. Tekstueel staat het ook nog eens als een huis.

Beck – Morning Phasebeck-morning-phase-cover

Hoe neem jij je koffie? Beck? En dan Guero-sterk of Sea Change-fijn? Voor de liefhebbers van Sea Change is er nu Morning Phase: met dezelfde soort arrangementen, dezelfde muzikanten en opgenomen in dezelfde studio. Maar in plaats van dat Beck depressief ongelukkig is, is hij getrouwd, heeft hij kinderen en gaat alles best wel goed. Niks meer aan doen dus. Alleen was het toch alweer een jaar of vijf geleden dat Beck een echt album maakte. En daarom lijkt hij op Morning Phase de vrijheid te hebben genomen het zo gedetailleerd en rijk mogelijk te doen. Dus ja, hij zingt over isolation, maar op geen enkele manier lijkt het hier te gaan om de tekst: het is het album, de arrangementen, het geheel dat telt. En daarin is Beck meer dan geslaagd.

Damien Rice – My Favourite Faded Fantasy

Ik heb lang getwijfeld of deze plaat hier thuishoort, maar uiteindelijk worden de verwachtingen wel degelijk ingelost en bevestigt Damien Rice wederom zijn status als singer- songwriter aparte. Het zijn simpele nummers, met simpele emoties en boodschappen (“Lisa Hannigan, kom alsjeblieft terug”) maar ondanks de hoogopgelopen druk staat er maar één echt commercieel liedje op de plaat (I Don’t Wanna Change You) en de rest lijkt gemaakt in een wereld waarin radioairplay niet lijkt te bestaan. Liedjes van acht-negen minuten, met stiltes en dan juist weer overstuurde strijkers en gitaren. Als je het zo weet neer te zetten en uit te brengen bij een groot platenlabel, dan ben je een grote jongen. En daar kunnen we maar beter van genieten, want het zou zomaar weer een jaar of tien kunnen duren voordat de volgende plaat uitkomt.


En dan de vijf liedjes… Want één goed nummer maakt nog niet altijd een goed album. Deze liedjes gaan ook mee naar 2015:

First Aid Kit – My Silver Lining

Kapotgedraaid door 3FM, maar daardoor niet minder goed gelukt. My Silver Lining combineert alles wat goed was van de vorige First Aid Kit albums en voegt daar een heerlijk glad sausje aan toe. Dat mag best op één nummer. My Silver Lining (van het sierlijke album Stay Gold) gaat verder waar Emmylou van het vorige album ophield. Met een enigszins introspectieve tekst (I don’t know if I’m scared of dying, I’m scared of living too fast too slow, regret, remorse, hold on, don’t know, I gotta go) zonder te touchy feely te worden.

Elbow – Fly Boy Blue / Lunette

Elbow had bij mij toch een beetje afgedaan na het bij mij niet echt overtuigende Build a Rocket, Boys, maar met The Take Of & Landing Of Everything zijn ze weer terug op koers. Single New York Morning bleek al een prachtige hoogvlieger te zijn, maar deze teaser track mocht er ook zijn. Na een prachtig, snijdend begin volgt het prachtige Lunette waarin de kopstem van Guy Garvey wederom prachtig blijkt. (I’m reaching the age when decisions are made / On life and living and I’m sure last ditch / That’ll I’ll ask for more time / But mother forgive me / I’ll still want a bottle of good Irish whiskey and a bundle of smokes in my grave)

Sun Kil Moon – Ben’s My Friend

Hij heeft een ontzettende hekel aan The War On Drugs en lijkt daar tegenwoordig meer tijd aan te besteden dan aan zijn eigen muziek, maar dat is dan ook een van de weinige dingen die niet te waarderen zijn aan Sun Kil Moon in 2014. Want Benji is een fijne plaat die eindigde met het ontzettend fijne Ben’s My Friend. Een stream of consciousness van Mark Kozelek waarin hij verwijst naar Ben Gibbard van Death Cab for Cutie en The Postal Service. Kozelek zit net in een writers block als hij naar een concert gaat van The Postal Service. Uiteindelijk gaat ‘ie naar huis zonder bij te kletsen met zijn vriend, omdat ie “te moe” is – al blijkt het uiteindelijk enige jaloezie de oorzaak van zijn meltdown (and Ben’s still out there, selling lots of tickets / And though I’m contented, there’s a tinge of competitiveness / But Ben’s my friend and I know he gets it.

Spring Offensive – Hengelo

Een Britse band die een nummer maakt dat Hengelo heet? Het kan. Het nummer gaat over die Nederlandse jongen die een paar jaar geleden door de Duitse bossen zwierf. Het nog niet echt doorgebroken Spring Offensive maakte het nummer omdat het verhaal tot de verbeelding spreekt. En het blijkt nog een goed nummer ook…

Erlend Øye – Garota

Erlend’s IJslandse reggaealbum Legao is niet 100% geslaagd, want door zichzelf restricties in stijl op te leggen heeft de ene helft van Kings of Convenience en zanger van The Whitest Boy Alive zich beperkt, waardoor het nog steeds wachten lijkt op het eerste ‘echte’ soloalbum van de Noor. Dat neemt niet weg dat er prachtige nummers op staan. Het door Paul Simon geïnspireerde Rainman bijvoorbeeld. Maar Garota is nog mooier… Toegegeven het is gejat van dat ene liedje met die saxofoonsolo en het kan zo in een te zoetsappige romcom, maar de tekst maakt veel goed. Life is long and world is small, our paths will cross some other time… Als je daar het nieuwe jaar niet mee in kan, dan weet ik het ook niet meer.

https://www.youtube.com/watch?v=RVsAlk53pBs

Geef een reactie