Leedvermaak van Beirut levert mooie plaat op

Albums geproduceerd in (persoonlijke) crisistijden zijn vaak van grote klasse. Eerder dit jaar verscheen Sufjan Stevens’ Carrie & Lowell over het overlijden van Stevens’ moeder, maar zowel in mijn platencollectie (Face Value, I Know What Love Isn’t, Once I Was An Eagle, For Emma, Forever Ago) als daarbuiten (21, Rumours) zijn de voorbeelden legio. Beirut-frontman Zach Condon zat het ook niet mee: niet alleen werd hij opgenomen in het ziekenhuis wegens oververmoeidheid na te veel touren, ook kreeg hij een writer’s block én viel zijn huwelijk uiteen. No No No moet wel een meesterwerk zijn, toch?

Auteur: Stefan Meeuws

Het punt van een goede crisisplaat is dat we de crisis ervaren op de plaat. Ja, je kunt je plaat uitbrengen in de hoop je liefje terug te winnen, Robin Thicke, maar het is beter om iets langer te wachten en het hele scala van emoties op de plaat te slingeren. 1989 van Taylor Swift is best wel een break-up plaat geworden, maar daar zitten nog genoeg uitzonderingen op de tracklist: nummers die niets met het persoonlijk leed van doen hebben. Dan is de muzikale reis toch minder intens. Op Carrie & Lowell haalt Sufjan Stevens mooie herinneringen aan zijn moeder op, maar spelen ook alle gecompliceerdere emoties een rol. Op I Know What Love Isn’t zingt Jens Lekman Every little hair knows your name – “heel mijn lichaam kent jou en jij bent er niet meer”, maar ook The World Moves On en The End Of The World (Is Bigger Than Love). We willen meegenomen worden naar de frustratie, het verdriet en de uiteindelijke acceptatie en/of vergeving (tenzij dat nooit helemaal zo zal zijn, zoals in I Just Don’t Think I’ll Ever Get Over You) en nieuwe liefde die je tegenkomt.

Op Beiruts nieuwe album No No No (sinds afgelopen vrijdag overal te streamen en te koop) zijn veel ingrediënten present, maar wel iets cryptischer dan op veel van de hier eerdergenoemde platen. Soms blijft het bij het subtiele feit dat het liedje in de verleden tijd staat (You loved the times I sang your lust was mine), soms is de tekst helemaal afwezig in een nummer en wordt er slechts een melancholische sfeer opgewekt.

Of een heel vrolijke sfeer. Er is ook geen peil op te trekken bij Condon. Alsof halverwege het nummer Fener nog even wordt gedacht: ‘dat kan nog net iets vrolijker’, terwijl Condon vrolijk zingt: I had to know where you had gone. Het klinkt bijna alsof hij het leuk vindt om over zijn leed te zingen. Leedvermaak? Daartegenover staat At Once, waarvan de tekst weer heel cryptisch klinkt, met eerder flarden van zinnen dan een daadwerkelijke coherente tekst.

Waar dat voorheen een heel orkest op de plaat werd gezet, speelt Beirut op dit album vooral als pianokwartet of trio. Dat betekent niet dat er geen blazers meer te horen zijn of dat bombast compleet wordt geschuwd, maar over het algemeen klinkt het album ingetogen vergeleken met bijvoorbeeld Gulag Orkestar. Maar Perth is een van de hoogtepuntjes waarop de blazers ouderwets fijn zijn. En op de eerder verschenen single en titelsong No No No komen ze naarmate het nummer vordert ook steeds prominenter tevoorschijn.

Met een speelduur van nog geen dertig minuten en veel melancholische momenten is No No No niet bepaald de opvolger van het poppy The Rip Tide album dat Beirut hiervoor uitbracht. Gezien de richting van de band één bron van leed voor Zach Condon was, kunnen we concluderen dat dat de bedoeling is. De teksten zijn simpel maar gelaagd, de muziek repetitief maar trouw toewerkend naar een climax én er is ruimte voor bijna alle emoties die bij een crisis komen kijken.

Toch is No No No geen meesterwerk. Dat komt vooral doordat Beirut al drie goede en mooie platen heeft opgeleverd. Dit album is meer een soort therapeutische uitlaatklep voor Zach Condon, die eindelijk weer plezier in de muziek heeft en weet welke kant op de juiste is. Maar de plaat is te kort en te ingetogen om te kunnen spreken van Beirut op volle sterkte. Niet dat een ingetogen Beirut-plaat slecht is of saai, wie herhaaldelijk luistert hoort prachtige tonen, mooie vocalen en zwierige strijkers, maar voor al die dingen ligt de lat nu eenmaal hoog na klassiekers als Nantes, Postcards from Italy en The Rip Tide.

Wel biedt No No No optimisme voor de komende jaren en voor nu uitermate shufflebare liedjes. Na al heel wat weken streamen ben ik beide singles immers nog steeds niet zat. Hij zal niet in de canon van break-ups- en crisisalbums terechtkomen, maar wel op het hipsterdansfeestje volgende week vrijdag. Dat is ook wat waard.

Bron afbeelding: 4AD Records.

1 reactie

Geef een reactie