Het grote publiek maakt kennis met Kiwanuka op het moment dat hij in 2012 door BBC een keurmerk kreeg opgeplakt en het album Home Again uit kwam. En dat was een prima, fijn debuut. Om met Atze de Vries van 3voor12 te spreken: Zijn debuutalbum ‘Home Again’ belandde vooraan in de catalogus van ieder woonprogramma, en het was zo’n album dat je tijdens ieder vriendendiner op kon zetten zonder iemand te irriteren. Zo’n plaat waar je niet boos om kon worden dus. Dat is een kunst en een vak en het is dan ook niet heel gek dat Kiwanuka al gauw in het voorprogramma van Adele stond te zingen. Een decennium eerder was hij met Norah Jones meegestuurd, denk ik dan maar.
Het album stond in Nederland bovenaan de albumlijsten, maar was niet perfect. Het was hier en daar misschien te gestoeld op de jaren ’70. Sommige nummers waren wat deprimerend in toon en stijl, en wat braaf. De oplossing: koppel Kiwanuka aan een nieuwe producer met wat lef en een eigentijds geluid. Dat werd dus Danger Mouse, die eerder dit jaar de Red Hot Chili Peppers een nieuw jasje aanmat, maar daarvoor succesvoller hetzelfde trucje uithaalde met The Black Keys, Portugal. The Man en met eigen projecten als Gnarls Barkley en Broken Bells.
Het resultaat is een album met veel meer karakter. Love & Hate leent nog steeds van inspirerende voorgangers van Kiwanuka, maar het is tegelijkertijd veel diverser als geheel. Er zit hier en daar een typisch Danger Mouse-nummer tussen (zoals One More Night), maar verder gaat het alle kanten op. Single Black Man in a White World swingt, maar de tekst is bitterzoet (I’m in love, but I’m still sad/I found peace, but I’m not glad.) terwijl de gitaren janken als in een jaren ’80 politieserie op Falling. Titelsong Love & Hate is met zeven minuten niet eens het langste nummer op de cd – dat is Cold Little Heart met bijna 10 minuten – maar het neemt de tijd om met strijkers, achtergrondkoortjes en een fijne bas een verhaal te vertellen. De effecten waarmee de stem van Kiwanuka uit de speakers komt zijn subtiel, maar aanwezig, de jengelende gitaar zet de toon.
Natuurlijk had een nummer als Rule The World ook vele jaren eerder door een van Kiwanuka’s voorgangers gemaakt kunnen worden, maar ook met die ontzettend fijne gitaarpartij? Of luister Cold Little Heart, dat is vrij direct soulnummer, waar wel pas na vijf minuten, als Michael zijn strot open trekt. I’ll Never Love heet een fantastische synthesizer erin, Father’s Child is een mooi lief nummer, maar we maken een psychedelische ruimtereis voordat het nummer voorbij is. Of zet The Final Frame met heerlijke lieve strijkers, een scheurende gitaar en toch weer gewoon die melancholische stem.
Was op Home Again Michael Kiwanuka nog een wat voorzichtige debutant die leentjebuur speelde bij grote voorgangers, op Love & Hate is de muziek helemaal eigen geworden. Die voelt grootser en zelfverzekerder, zeker de gitaarpartijen van Kiwanuka zelf. De teksten blijven erg introvert, met slechts hier en daar zinnen die wijzen op leed buiten het hart van Kiwanuka zelf. Black Man In A White World lijkt dan ook een uitzondering op een plaat waarin melancholische liefde vooral centraal staat. Maar gebroken harten, isolatie en eenzaamheid kennen we allemaal. En op Love & Hate wordt het op verrukkelijke wijze allemaal iets draaglijker gemaakt. Dat resulteert ongetwijfeld in intense concerten later deze maand, vol navelstarende gitaristen, ritmische climaxen en snikken en uithalen die naar meer smaken. Knappe bezoeker die dan nog alleen maar aan al die voorgangers kan denken, zonder op te gaan in het moment. Nee, nog even en we kunnen Kiwanuka in hetzelfde rijtje noemen als die namen op zijn Wikipedia-pagina. Dat heeft ‘ie met Love & Hate al bijna verdiend.