Natuurlijk zou ik me beter druk kunnen maken over grotere wereldproblematiek, zoals de Amerikaanse verkiezingen waarvan de stemmen momenteel geteld worden. Maar laat ik me vanochtend niet het zompige, chaotische moeras begeven wat bekend staat als de (Amerikaanse) politiek en media. Laat ik het in plaats daarvan hebben over het zompige, chaotische moeras dat mijn eerste poging tot vegan pizza bleek te zijn.
Ik overdrijf nu, want de pizza was erg lekker: de vegan kaas smelt misschien iets minder goed, op pizza smaakt de kaas prima. De vegan pesto is absoluut een aanrader. En het was mijn eigen schuld dat er zoveel vocht van de groente in het deeg trok – wat ik sowieso misschien wat langer in de oven had moeten laten voor een krokantere ervaring.
Het deeg was een variant van het gebruikelijke witte zuurdesembrood dat ik sinds augustus meerdere keren per week bak: bloem, water, zout en zuurdesemstarter. Maar dan met olijfolie. Na ruim een halve dag laten rusten en oprekken, heb ik het deeg in tweeën gedeeld en in (net wat te kort) in de oven gedaan.
Vervolgens dus nogal chaotisch en ruim belegd en dat lekker in de oven gelaten tot het er eetbaar uitzag. En het smaakte goed, zo werd geoordeeld. Maar netjes is anders…
Voor iets beter gelukte bakselfoto’s verwijs ik graag door naar Instagram. Ik zal niet pretenderen dat Heel Holland Bakt op me wacht, maar ik heb wel eens netter gebakken creaties, ehm, gecreëerd. Wel met hulp van mijn vriendin bij het insnijdwerk :
Vanavond zet ik mijn vegan avondmaaltijdenreeks door (vegan ontbijt en lunch is immers sowieso niet zo’n probleem), vermoedelijk met een curry of chili. In zo’n wokpan met saus ziet alles er toch al gauw aantrekkelijker uit, immers.