Twee weken, opruimen, en de neerlandicus in mij

En toen… was het nog maar twee weken tot de verhuizing. Of minder zelfs, want over twee weken zijn we al over naar het nieuwe huis. En er moet nog best veel, om niet te zeggen heel veel.

Effectief is dit het laatste vrije weekendje in mijn appartement. Volgende week zitten we niet alleen al vol in de dozen, maar hebben we ook een familiefeestje van de schoonfamilie. Dus is het zowel genieten voor de laatste keer van het appartement waar ik zoveel heb meegemaakt in misschien wel de mooiste wijk van Nijmegen, als eindelijk serieus aan de slag met dingen regelen, weggooien en inpakken.

Opruimen

De klerenkast is opgeruimd. Dat maakt vast niet veel verschil qua gewicht, maar wel qua opgeruimd gevoel. De boekenkast had ik al eerder nagelopen. Boeken waar ik niks meer mee ga doen en die ook niet veel sentimentele waarde meer hebben, zijn verhuisd naar de boekenkast in de wijk. De neerlandicus in mij is licht verheugd dat High Key van Pol Hoste er na een week nog steeds in zit. Alle andere boeken waren binnen enkele dagen verdwenen, maar aan dit werk bewaar ik weinig goede herinneringen.

High Key was geen slecht boek, maar wel een postmodern werk waar je voor moet studeren om er wat uit te halen. Mooie zinnen, als ik het me goed herinner, maar geen duidelijk hoofdpersonage of verhaallijn op het eerste gezicht. De colleges die we over het boek hebben gehad, hielpen volgens mij wel, maar ik weet wel dat ik er weinig leesplezier bij had.

Enfin, te vinden in één van de wijkbiebs in Bottendaal zolang de voorraad strekt. De voorraad is overigens één.

Ja het is hartstikke leuk om nog veel fysieke boeken, platen en cd’s te hebben in plaats van alles digitale bits en bytes te bezitten, maar bij een verhuizing word ik nu wel geconfronteerd met het sjouwwerk die die mooie werkjes met zich meebrengen. De cd-collectie is bescheiden gegroeid, maar mijn platencollectie is in de afgelopen zes jaar verdubbeld. Er is ook nog een twintigtal dvd’s – een aantal heb ik er weggedaan – die in een doos mogen. En de gebonden versie van The Complete Calvin & Hobbes, die ik nog steeds uit moet lezen, kan ook in een eigen doos.

Het plan is om aanstaande vrijdag al het niet essentiële keukenspul, het entertainment en overige spullen in dozen te stoppen. Oh, en de eerste kasten af te breken die niet in elkaar gezet kunnen worden vervoerd. Dit allemaal zodat we komend weekend na dat familiefeest hopelijk niet zoveel meer hoeven te doen, behalve poetsen, het bed uit elkaar halen en alles vervoeren tegen de tijd dat oktober arriveert. Het zal wel niet allemaal lukken komende week, maar dan hebben we dus nog wat uitloop voor het geval dat.

De neerlandicus in mij kwam gisteravond ook aan zijn trekken bij de tiende editie van de Nijmeegse Kunstnacht. Waarom het tot de tiende editie moest duren voor ik er een keer heenging, weet ik niet. Soms ben ik gewoon wat weinig gericht op wat er in mijn eigen stad gebeurt. Maar dit jaar waren we er op tijd bij en hadden we twee kaartjes. Het hoogtepunt zat in het begin van de avond, toen we in het zestiende-eeuwse Besiendershuis in Nijmegen drie voordrachten van dichters bij konden wonen. In de kelder van het huis, op de begane grond en de tweede verdieping van het huis hoorden we intieme voordrachten – we waren met zes bezoekers tegelijk in een kamer.

Het was niet alleen mooi om eindelijk weer een avond op pad te zijn en weer eens ‘live’ cultuur te consumeren, maar het bracht bij mij ook prettige flashbacks naar vorige edities van Onbederf’lijk Vers. De organisatie van dat festival programmeerde ook de dichters in Besiendershuis, en het smaakte bij mij in ieder geval naar meer. Laten we hopen dat dit soort festivals snel weer vaker geprogrammeerd kan worden.

Naast Onbederf’lijk Vers zagen we onder andere een vervreemdende, donkere animatie Undine in de Stevenskerk, werden we door De Vereeniging geleid met voordrachten, dansfeestjes en muziek en sloten we de avond af in het Festivalhuis (de voormalige stadswinkel) met een combinatie van livemuziek, film en wederom literaire voordrachten.

‘Fijn dat dit kan’, zeiden we tegen elkaar, zeker toen we spontaan bekenden tegenkwamen bij één van de rondes en daar even mee konden optrekken. De Coronacheck app deed zijn werk prima, en het was allemaal goed georganiseerd. Hopelijk kan er de komende tijd steeds wat meer in de cultuursector. Dit soort avonden zijn goed voor de ziel. Goed om daaraan te worden herinnerd.

Geef een reactie